Intensieve veehouderij niet per definitie onduurzamer dan biologische veehouderij

Verschillende houderijsystemen voor vee hebben allemaal positieve en negatieve maatschappelijke effecten. Dat blijkt uit een onderzoek naar de maatschappelijke kosten en baten van de gangbare intensieve veehouderij, de biologische veehouderij en agroproductieparken dat het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft laten uitvoeren.

Er is een vergelijking gemaakt tussen verschillende houderijsystemen zoals die in 2030 waarschijnlijk bestaan: biologische, gangbare en agroproductieparken. Daarnaast is gekeken wat het effect is als deze houderijsystemen op grote of minder grote schaal worden toegepast. Dan ontstaat er een zeer wisselend beeld.

Al enige jaren word er gediscussieerd over de kosten van de intensieve veehouderij die niet in de prijs van vlees zijn verrekend. Het gaat dan bijvoorbeeld om milieu-effecten van de veehouderij. Dit onderzoek, waaraan veel partijen hebben meegewerkt, geeft op een aantal manieren inzicht in de kosten en de baten van verschillende veehouderijsystemen voor vleeskuikens en varkens. Het onderzoek is uitgevoerd door Aequator, Witteveen & Bos en Ecorys.

Houderijsystemen in 2030

Allereerst zijn drie verschillende houderijsystemen apart bekeken; gangbare, biologische en agro-industriele complexen. Daarbij is de hele keten - van veevoer tot vlees - meegenomen. Dan blijkt dat agroproductieparken beter scoren op milieu omdat ze veel technische maatregelen kunnen nemen om de uitstoot van bijvoorbeeld ammoniak te beperken. Bij biologische productie is het moeilijker om de uitstoot van fijnstof, geur en ammoniak te voorkomen omdat bijvoorbeeld de kippen een vrije uitloop hebben. De biologische houderijsystemen scoren beter op dierenwelzijn.

Zo biedt het rapport ook inzicht in de maatschappelijke kosten en baten van mest, voer, arbeid, opbrengst en dierziektes.

Scenario's voor 2030

Daarnaast zijn scenario's gemaakt uit diverse combinaties van de drie houderijsystemen. Deze scenario's maken duidelijk hoe het staat met de maatschappelijk kosten en baten op het moment dat een van de houderijsystemen op grote schaal wordt doorgevoerd in Nederland. Dan blijkt ook dat niet zozeer het houderijsysteem bepalend is voor de maatschappelijke kosten, maar vooral de omvang van de veehouderij in de scenario's.

Duurzaamheid veehouderij

In januari presenteerde de minister haar visie op de veehouderij. Daarbij zet de minister in op verdere investeringen in duurzaamheid. Dat kan bijvoorbeeld in stallen, duurzaam geteeld veevoer en het stimuleren van duurzaam consumentengedrag. Er wordt nu gewerkt aan een convenant met de sectoren waarin afspraken worden gemaakt over ieders inzet om tot een duurzame veehouderij te komen. Dit rapport biedt daarbij inzicht in de maatschappelijke kosten en baten die aan de orde zijn bij veranderingen in soort en omvang van de veehouderijsystemen. De inzet van de minister is dat alle veehouderijsystemen in de toekomst verdere stappen naar verduurzaming zetten.