Antwoord op Kamervragen over het bijwonen van de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Beijing

Minister-president Balkenende heeft vragen beantwoord van de Tweede Kamerleden Voordewind (CU) en Van Baalen (VVD) over het bijwonen van de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Beijing

Graag bied ik u hierbij mede namens de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Voordewind (CU) en Van Baalen (VVD) over het bijwonen van de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Beijing.
Deze vragen werden ingezonden op 31 maart 2008 met kenmerk 2070816100.

DE MINISTER-PRESIDENT,
Minister van Algemene Zaken,

mr.dr. J.P. Balkenende

1.

Bent u ervan op de hoogte dat verscheidene Europese regeringsleiders en bewindspersonen recentelijk kenbaar hebben gemaakt te overwegen niet aanwezig te zijn bij de openingsceremonie van de Olympische Spelen, als de Chinese autoriteiten de gewelddadigheden in Tibet niet beëindigen en blijven weigeren om via een dialoog te werken aan een duurzame oplossing ?

2.

Bent u in navolging hiervan bereid in overweging te nemen de openingsceremonie van de Olympische Spelen niet bij te wonen of u slechts op een lager niveau te laten vertegenwoordigen?

Antwoord

Om uiteenlopende redenen, ook andere dan genoemd in de vraag, hebben diverse Europese regeringsleiders en bewindspersonen kenbaar gemaakt (te overwegen) de openingsceremonie van de Olympische Spelen niet bij te zullen wonen. Ikzelf heb, evenals staatssecretaris Bussemaker, het voornemen om bij de openingsceremonie van de Olympische Spelen aanwezig te zijn.

De regering acht, zoals de minister van Buitenlandse Zaken heeft toegelicht tijdens het algemeen overleg mensenrechten met uw Kamer op 8 april jl., een boycot van de Olympische Spelen niet het geëigende middel om de ontwikkelingen in China te beïnvloeden. Blijvende betrokkenheid, directe contacten en de uitvoering van concrete samenwerkingsprogramma's zijn naar het oordeel van de regering meer effectieve instrumenten om op een positieve manier invloed uit te oefenen op de Chinese autoriteiten en de mensenrechtensituatie daadwerkelijk te verbeteren. Uiteraard zal de regering de komende maanden de ontwikkelingen in China in het algemeen en in Tibet in het bijzonder nauwgezet blijven volgen.