Antwoorden op kamervragen over geheimhouding van adresgegevens
Antwoorden op kamervragen van het lid Van Raak (SP) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister van Economische Zaken over geheimhouding van adresgegevens. (Ingezonden 28 april 2008)
1. Vraag
Is het mogelijk adresgegevens van mensen in de GBA of de registratie van de Kamer van Koophandel af te schermen in het kader van de persoonlijke veiligheid, bijvoorbeeld in het geval van huiselijk geweld? Zo ja, hoe is dit geregeld? Zo neen, waarom niet?
1. Antwoord
Ja. Een burger kan verzoeken geen gegevens – waaronder adresgegevens - te verstrekken (geheimhouding). Indien geheimhouding van gegevens is gevraagd wordt daarvan een indicatie in de GBA geplaatst. Die indicatie is in beginsel uitsluitend voor de verstrekking uit de GBA bedoeld en werkt alleen voor het eventueel tegenhouden van verstrekkingen aan derden. Afnemers met een publiekrechtelijke taak krijgen de gegevens wel omdat zij in de uitvoering van hun publiekrechtelijke taken de gegevens uit de GBA nodig hebben. Die gegevensverstrekking is immers het primaire doel van de GBA. Enkele jaren geleden is besloten om deze geheimhoudingsindicatie wel, als een signaal, aan deze groep afnemers van de GBA mee te zenden, zodat deze er nog eens extra op worden gewezen dat zij zorgvuldig met deze gegevens moeten omgaan in hun eigen administratie. Op welke wijze wordt omgegaan met dit signaal is ter beoordeling van de betreffende afnemer zelf. Op de afnemers rust in beginsel de plicht om conform de Wet bescherming persoonsgegevens zorgvuldig om te gaan met de gegevens van de personen in hun registraties genoemd. Sectorregelgeving kan hierover ook het een en ander specifiek bepalen. Overigens wijs ik u erop dat in beantwoording van eerdere Kamervragen van de leden Arib, De Pater-van der Meer en Sterk in september 2006 (nrs. 230 en 233) specifiek is uiteengezet wat de mogelijkheden zijn voor personen die in verband met huiselijk geweld en dergelijke verblijven in een opvanghuis. Die personen kunnen in de regel ervoor kiezen met een zogenaamd briefadres te worden ingeschreven in de GBA. Dit briefadres is een ander adres dan het woonadres (het adres van de opvang).
Onder de vigerende Handelsregisterwet 1996 is afscherming van het woonadres voor bestuurders/commissarissen van NV’s en BV's mogelijk. De Handelsregisterwet 2007, welke waarschijnlijk per 1 juli a.s. in werking treedt, verruimt dat aanzienlijk: onder die nieuwe wet zal de afscherming zonder voorafgaand verzoek gelden voor vrijwel alle bestuurders van rechtspersonen. Slechts de daartoe in het kader van deze wet genoemde instanties en functionarissen zijn geautoriseerd om dit gegeven in te zien. Naast eerdergenoemde mogelijkheid voor bestuurders kan in een bepaald geval ook een ander natuurlijk persoon om afscherming van het woonadres vragen.
2. Vraag
Welke organisaties hebben recht op inzage in het GBA? Met welk doel?
2. Antwoord
De basisadministratie heeft tot doel alle bestuursorganen te voorzien van die gegevens die noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taak. Deze taak moet duidelijk blijken uit regelgeving. Naast deze verstrekking aan de (semi-)overheid kan verstrekt worden aan instanties die bij of krachtens de Wet GBA zijn genoemd. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om verstrekking in verband met de uitvoering van een algemeen verbindend voorschrift zoals aan zorgverzekeraars en pensioenverzekeraars in verband met de uitvoering van de Zorgverzekeringswet of de Pensioenwet.
3. Vraag
Is het bovenstaande organisaties toegestaan deze adresgegevens te delen met derden?
3. Antwoord
Alle instanties die gegevens verwerken - al dan niet verkregen uit de GBA - moeten zorgvuldig met die gegevens omgaan onder de werking van de Wet bescherming persoonsgegevens. Gegevens kunnen verstrekt worden aan derden onder de strikte voorwaarden die daarvoor zijn opgenomen in de Wet bescherming persoonsgegevens en/of specifieke sectorregelgeving. Naast de voorwaarde dat een rechtmatige grondslag voor de verstrekking van de gegevens bestaat, bijvoorbeeld als de betrokkene ondubbelzinnige toestemming heeft verleend of omdat het nodig is voor de goede vervulling van een publiekrechtelijke taak moet ook worden afgewogen of de verstrekking van gegevens verenigbaar is met het doel waarvoor de gegevens zijn verzameld en vervolgens worden verwerkt. Factoren die bij die afweging een rol dienen te spelen, zijn onder meer de gevolgen van de beoogde verwerking (verstrekking) voor de betrokkenen, en de mate waarin jegens de betrokkene wordt voorzien in passende waarborgen.