Antwoorden op kamervragen van Van Gerven over het nieuws dat ziekenhuizen te laks zijn bij het voorkomen van infecties en er meer mensen overlijden door ziekenhuisinfecties dan door het verkeer

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

CZ-K-U-2846044

19 mei 2008

Antwoorden van minister Klink op kamervragen van het Kamerlid Van Gerven over het nieuws dat ziekenhuizen te laks zijn bij het voorkomen van infecties en er meer mensen overlijden door ziekenhuisinfecties dan door het verkeer (2070817970).

Vraag 1
Wat is uw reactie op het nieuws dat ziekenhuizen te laks zijn bij het voorkomen van infecties en er meer doden door ziekenhuisinfecties te betreuren zijn dan verkeersdoden?

Antwoord 1
De problematiek van ziekenhuisinfecties is zowel bij de ziekenhuizen als de sector bekend. Ik onderschrijf het signaal dat er harder ingezet kan worden op het verbeteren van de hygiëne en het voorkomen van infecties bij patiënten. Infectiepreventie is een essentieel onderdeel van patiëntveiligheid.

Vraag 2
Vindt u de reactie van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) dat “het aan de ziekenhuizen is om te kiezen waar ze het geld aan uitgeven” niet te nonchalant? Verdient hygiëne in ziekenhuizen niet meer aandacht gezien het feit dat jaarlijks 70.000 mensen infecties oplopen, waarvan naar schatting 1000 mensen daardoor overlijden? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen?

De ziekenhuissector heeft op basis van de kwaliteitswet zorginstellingen verantwoordelijkheid voor het bewaken en verbeteren van de kwaliteit van zorg. Preventie van ziekenhuisinfecties is een belangrijk aspect van deze kwaliteit. Ook door de NVZ is erkend dat dit onderwerp een belangrijk thema is om vermijdbare onbedoelde schade terug te dringen. Tevens is deelname van ziekenhuizen aan het PREZIES netwerk (PREventie van ZIEkenhuisinfecties door Surveillance) al een paar jaar onderdeel van de basisset prestatie-indicatoren van de IGZ.

In het veiligheidsprogramma ‘Voorkom schade, werk veilig’ van de Nederlandse ziekenhuissector zijn het voorkomen van ziekenhuisinfecties na een operatie en het voorkomen van schade van patienten door sepsis (bloedvergiftiging) aangewezen in de tien thema’s. Op deze onderdelen is snelle verbetering nodig en mogelijk door interventies/verbetermaatregelen. Doelstelling is onder andere om een reductie van 50% van het aantal Post Operatieve Wond Infecties (POWI) en een reductie van 25% van de sterfte door ernstige bloedvergiftiging te realiseren. De richtlijnen van de Werkgroep InfectiePreventie (WIP) zijn de basis voor preventiemaatregelen. De richtlijnen van de WIP worden opgegesteld en actueel gehouden door de infectiepreventiedeskundigen (ziekenhuishygiënisten en artsmicrobiologen) op basis van wetenschappelijke literatuur en ervaring uit het veld. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) ziet de richtlijnen van de WIP als de professionele standaarden in het kader van de kwaliteitswet. Het PREZIES netwerk biedt de mogelijkheid om op een gestructureerde wijze gegevens te verzamelen over bepaalde groepen ziekenhuisinfecties. Analyse van de gegevens kan leiden tot verbeteractie. De resultaten zijn dan in de verdere gegevensverzameling meetbaar.

Ik verleen voor het veiligheidsprogramma een subsidie en zal de voortgang en de effecten van het programma regelmatig monitoren.

Vraag 3
Is het waar dat geen enkel ziekenhuis in Nederland voldoet aan de door de beroepsgroepen gestelde norm van 1 hygiënist per 5000 operaties en 1 microbioloog per 25.000 operaties? Zo ja, wat vindt u van dit gegeven? Hoe verhoudt zich dit gegeven met het actieprogramma ‘Voorkom schade, werk veilig,’ waarbij door de ziekenhuizen het voorkomen van infecties als eerste prioriteit is benoemd?

Antwoord 3
Op dit moment doet de beroepsvereniging een onderzoek naar de beschikbare formatie van hygiënisten in de ziekenhuizen. Dit is een vervolg op het onderzoek van de IGZ naar het infectiepreventiebeleid in ziekenhuizen (‘Hiaat tussen kennis en gedrag’ 2004, zie www.igz.nl), waaruit bleek dat in 50% van de ziekenhuizen de formatie ziekenhuis-hygiënisten op orde is. Dit percentage was gebaseerd op de norm 1 hygiënist per 250 bedden. In reactie hierop hebben de beroepsgroepen de norm bijgesteld naar de huidige situatie van minder bedden, maar meer activiteiten en ingrepen.
Naar aanleiding van het in 2004 geconstateerde tekort aan opgeleide ziekenhuishygiënisten is het aantal opleidingsplaatsen uitgebreid. Inmiddels zijn er twee opleidingsinstituten die de post HBO-opleiding verzorgen (in Groningen en Breda), zodat het tekort kan worden weggewerkt.
In het antwoord op vraag 2 heb ik reeds aangegeven op welke wijze er in het actieprogramma ‘Voorkom schade, werk veilig’ op dit moment ook op andere manieren werk wordt gemaakt van het verbeteren van de hygiëne in ziekenhuizen.

Vraag 4
Hebben alle ziekenhuizen in Nederland een beleidsplan om het aantal zorginfecties effectief aan te pakken, waarin wordt aangegeven welke doelstellingen het ziekenhuis hanteert en welke interventies worden uitgevoerd om die te behalen? Zo neen, welk percentage ziekenhuizen heeft nog geen beleidsplan?

Antwoord 4
In 2004 had volgens de hierboven beschreven rapportage van de IGZ 55% (tegen 20% in 1996) van de ziekenhuizen een actief infectiepreventiebeleid. De IGZ heeft als reactie alle ziekenhuizen gevraagd in een plan van aanpak duidelijk te maken hoe zij een actief infectiepreventiebeleid te gaan voeren. Deze plannen van aanpak en de realisatie van deze plannen zijn gespreksonderwerp bij de jaargesprekken tussen ziekenhuizen en IGZ. Zoals ik bij mijn antwoord op vraag 2 aangaf, is ook deelname aan het PREZIES-netwerk onderdeel van de basisset prestatie-indicatoren, die de IGZ gebruikt in haar toezicht.

Vraag 5
Heeft u aanwijzingen dat de financiële taakstellingen van de afgelopen jaren en de verandering van financiering van ziekenhuizen de aandacht van ziekenhuizen voor hygiëne en preventie van infecties heeft doen afnemen? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 5
Nee, ik heb geen aanwijzigen dat de aandacht voor hygiëne en preventie van infecties ten gevolgen van de financiële taakstellingen van de afgelopen jaren en de verandering van financiering van ziekenhuizen afgenomen is.

Vraag 6
Welke rol speelt de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) momenteel bij het bevorderen van hygiënische maatregelen in ziekenhuizen? Welke stappen dient zij te zetten om ervoor te zorgen dat de ziekenhuizen gaan voldoen aan de door de beroepsgroepen gestelde normen betreffende hygiënisten en microbiologen? Is de IGZ nog steeds niet tevreden over de hygiënische maatregelen van ziekenhuizen als in 2004? Hoe is de situatie nu ten opzichte van 2004?

Antwoord 6
Het veiligheidsprogramma is gestart op 1 januari 2008. De IGZ is verantwoordelijk voor het toezicht op de uitvoering van het veiligheidsbeleid in ziekenhuizen. Zij zal toezien op het behalen van het doel van ‘Voorkom schade, werk veilig’, waaronder ook de thema’s voorkomen van ziekenhuisinfecties na een operatie en het voorkomen van schade van patienten door sepsis. Gedurende het programma gaat de IGZ een model ontwikkelen voor verdere invulling van de rol van toezichthouder.