Antwoorden op kamervragen van Thieme over hepatitis bij varkens
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
PG-K-U-2847303
16 mei 2008
Antwoorden van minister Klink mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, op kamervragen van het Kamerlid Thieme over hepatitis bij varkens 2070817090).
Vraag 1
Kent u het bericht 'hepatitis bij varken verraderlijk bij mens'? 1)
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de opvattingen van deskundigen van het Jeroen Bosch Ziekenhuis, het RIVM en de VU dat het hepatitis E virus (HEV) kan worden overgedragen van dier op mens? Zo ja, welke risico's voor de volksgezondheid levert dit op, welke maatregelen gaat u nemen om die risico's tegen te gaan en binnen welke termijn? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 2
Ja. In Japan zijn mensen besmet geraakt met hepatitis E virussen van het type dat ook in Nederland is gevonden door het eten van onvoldoende verhit (orgaan)vlees van wilde zwijnen en herten. Hepatitis E virussen van dit type komen inderdaad voor bij varkens in Nederland en worden incidenteel bij mensen gevonden. Het is echter onduidelijk hoe mensen in Nederland (en Europa) besmet worden, en directe relaties met varkens zijn ondanks onderzoek nog niet bewezen.
Omdat de infectie slechts bij een klein aantal personen per jaar wordt vastgesteld is het volksgezondheidsrisico klein te noemen. Bij de in Nederland gebruikelijke maatregelen rondom voedsel- en vlees bereiding en vanwege de geringe consumptie van onderverhit varkens(orgaan) vlees is de kans op infectie gering.
Vraag 3
Heeft u zicht op de mate van besmetting met HEV onder Nederlandse varkens en de mate waarin Nederlandse varkenshouders met HEV in aanraking zijn geweest? Zo ja, kunt u de omvang, uitkomsten en achtergronden van het onderzoek prijsgeven? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 3
Onderzoekers van het RIVM hebben virus aangetoond in meer dan de helft van de mestmonsters die werden verzameld bij 97 varkensbedrijven (verzameld in 2005). Het gemiddelde bij vergelijkbare studies voor Europa komt ook uit op ongeveer 50%.
Onderzoek naar de mate waarin varkenshouders in aanraking komen met HEV is in Nederland niet gedaan. Wel is er onderzoek gedaan bij dierenartsen met veelvuldig contact met varkens. Hier werd gevonden dat dierenartsen die veel met varkens werken mogelijk iets vaker antistoffen hadden dan dierenartsen die weinig of niet met varkens werken. Zij waren niet vaker ziek. Onderzoek in het buitenland laat geen eenduidig verhoogd risico op infectie bij veehouders zien.
Vraag 4
Heeft u zicht op de mate waarin consumenten die orgaanvlees van varkens eten, gevaar lopen besmet te raken met HEV? Zo ja, kunt u de gegevens openbaar maken? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 4
Onderzoekers van het RIVM hebben genetisch materiaal van het virus gevonden in varkenslevers die commercieel verkrijgbaar waren (gekocht bij slagers in het land). Het is denkbaar dat het eten van rauw of onderverhit (orgaan)vlees tot infectie kan leiden, maar hoe groot die kans is, is niet te zeggen met de nu beschikbare informatie. Na koken of braden is het virus niet meer besmettelijk.
Vraag 5
Bent u bereid nader onderzoek te laten verrichten naar gevaren en verspreiding van HEV in relatie tot de consumptie van varkensvlees, varkenslevers of varkensmest, zoals van groot belang geacht wordt door onderzoeker Duizer van het RIVM? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 5
Het RIVM voert dit jaar een blootstellingsanalyse uit op basis van de huidige gegevens; hierin wordt bepaald op welke momenten en locaties en eventueel in welke producten het HEV aanwezig en dus waar en wanneer mensen zouden kunnen worden blootgesteld aan het virus. Op basis van de resultaten van deze analyse, zal ik mij beraden op de noodzaak van verder onderzoek.
Verder is per 1 April 2008 een Europees onderzoeksproject (VITAL) gestart op gebied van virussen die in de voedsel productie keten kunnen voorkomen. RIVM en CVI zijn partner in dit project waarin ook gekeken zal worden naar HEV in de varkensvlees productie keten. Dit onderzoeksproject zal 3 jaar gaan duren.
Vraag 6
Welke garanties kunt u consumenten van orgaanvlees van varkens geven ten aanzien van het consumeren van varkensvlees of varkenslever met betrekking tot besmettingsgevaar met HEV?
Antwoord 6
Gezien het uitblijven van infecties bij mensen na consumptie van besmette levers en gezien het feit dat in Nederland varkensvlees en varkenslevers normaliter niet onderverhit worden geconsumeerd, acht ik het gevaar van besmetting klein.
Vraag 7
Bent u bereid de volksgezondheidsrisico's van de varkenshouderij in brede zin in kaart te laten brengen via onafhankelijk onderzoek, nu er aanwijzingen zijn dat én de verspreiding van HEV en de verspreiding van MRSA verband kan houden met de varkenshouderij? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo neen, waarom niet?
Het RIVM brengt op dit moment de risico’s van de commerciële veehouderij voor de volksgezondheid in kaart. Daarnaast heeft het RIVM eerder dit jaar - op verzoek van de Tweede Kamer - een onderzoek verricht naar volksgezondheidsaspecten van megabedrijven in de intensieve veehouderij (28973, nr. 19, 2007-2008).
1) Agrarisch Dagblad, 4 april 2008