Onderbenut talent bij basisschoolkinderen
Uit een onderzoek van de Universiteit van Amsterdam blijkt dat de talenten van veel allochtone kinderen op de basisschool worden onderschat.
Staatssecretaris Dijksma stuurde afgelopen najaar een rapport van de Inspectie aan de Tweede Kamer waarin werd geconcludeerd dat er sprake is van onderbenut talent bij kinderen op de basisschool, van zowel allochtone als autochtone afkomst. De belangrijkste factor die van invloed is bij een te laag advies, is vooral het opleidingsniveau van de ouders. Door een te laag advies wordt bij zowel autochtone als allochtone leerlingen hierdoor niet het onderste uit de kan gehaald. Met extra aandacht voor taal en rekenen kunnen de prestaties voor beide groepen worden verhoogd.
Een rapport van de Onderwijsraad dat eind vorig jaar aan de Tweede Kamer is gestuurd ziet wel dat kinderen soms onder hun eigen kunnen presteren, waardoor talent verloren gaat. Het gaat dan om ongeveer tien procent van de kinderen, meestal van lager opgeleide ouders, waarbij etniciteit geen rol speelt.
Wanneer extra aandacht wordt besteed aan deze kinderen, vooral met taal en rekenen, kan het niveau worden verbeterd. Om dat bereiken komt er bijvoorbeeld voor- en vroegschoolse educatie voor iedereen die dat nodig heeft, krijgen scholen straks eerder extra geld voor leerlingen van laag opgeleide ouders, en is er extra geld gekomen voor taalprogramma’s in de grote steden en regio’s als Oost-Groningen en Zuid-Limburg. Tot slot is samen met leraren, schoolleiders en andere deskundigen in het onderwijs de kwaliteitsagenda opgesteld, waarin opbrengstgericht werken en taal en rekenen een prominente plaats hebben.