Antwoorden op kamervragen over het artikel “Hoofdrol Cohen in lesbriefrel”
Vragen van het lid Brinkman (PVV) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het artikel “Hoofdrol Cohen in lesbriefrel”. (Ingezonden 7 april 2008)
1. vraag
Heeft u kennis genomen van het artikel “Hoofdrol Cohen in lesbriefrel”? 1)
1. Antwoord
Ja.
2. Vraag
Deelt u de mening dat het absoluut onwenselijk is dat een PvdA-burgemeester zich persoonlijk bezig heeft gehouden met het vervaardigen van een lesbrief die Geert Wilders in een kwaad daglicht moest stellen bij Amsterdamse leerlingen? Zo ja, hoe gaat u in het vervolg interventies van partijgebonden bestuurders bij onderwijszaken voorkomen?
3. Vraag
Zijn er in het land nog meer partijgebonden bestuurders actief bij het vervaardigen van lesbrieven of lesboeken, om zodoende te zorgen dat leerlingen een subjectief beeld van de werkelijkheid voorgeschoteld krijgen?
Antwoord op de vragen 2 en 3
De keuze om al of niet een lesbrief voor scholen te maken, behoort tot de autonome bevoegdheid van het gemeentebestuur. Vervolgens is het aan de scholen zelf om te beslissen of ze gebruik maken van dit materiaal. Of het (laten) ontwikkelen van lesmateriaal opportuun is, is aan het gemeentebestuur om te beoordelen, afhankelijk van de lokale situatie. De regering heeft hier geen zeggenschap over. Dit brengt met zich dat de verantwoording over de inhoud van de lesbrief, alsmede de wijze waarop deze tot stand is gekomen, een lokale aangelegenheid is. Wij zien geen reden hierin wijziging te brengen. Wel zijn wij van mening dat gemeenten in algemene zin geen lesmateriaal moeten laten vervaardigen waarvan de inhoud redelijkerwijs als politiek controversieel kan worden beschouwd. Het verstrekken van lesmateriaal zou in het teken van het geven van voorlichting moeten staan; voor het uiten van partijpolitieke voorkeuren dient daarbij geen plaats te zijn. Dit is in lijn met wat de minister van OCW op 13 februari jl. in antwoord op de schriftelijke vragen van het lid Brinkman (kenmerk 2070810970) aan Uw Kamer berichtte. Nu dit niet tot de bevoegdheid van de regering behoort, hebben wij geen zicht op de betrokkenheid van bestuurders bij het (laten) vervaardigen van lesmateriaal voor scholen.
Overigens herkent de burgemeester van Amsterdam zich niet in het beeld zoals dat door voornoemd artikel wordt geschetst, zo heeft hij ook aan de gemeenteraad laten weten.
4. Vraag
Deelt u de mening dat de burgemeester van Amsterdam een slechte burgemeester is, en derhalve ontslagen dient te worden? Zo neen, waarom niet?
4. Antwoord
Nee. Het oordeel over het functioneren van de burgemeester van Amsterdam is primair aan de gemeenteraad van Amsterdam. Bezien vanuit de verantwoordelijkheid van de minister van BZK zijn er geen feiten en omstandigheden die aanleiding zouden geven tot ontslag van de burgemeester van Amsterdam.