Evaluatie voortgang 'Op de Rails'
In 2005 heeft de werkgroep ProRail van de vaste kamercommissie voor Verkeer en Waterstaat het onderzoeksverslag ‘Op de Rails’ opgesteld, gedateerd 1 december 2005. In dit verslag formuleert de werkgroep zes aanbevelingen die zij noodzakelijk acht voor een voorspoedige ontwikkeling van de spoorsector. Het ministerie van VenW heeft aan McKinsey & Company gevraagd om de gemaakte voortgang op ieder van de zes aanbevelingen te onderzoeken. Dit rapport is de eindrapportage van dat onderzoek.
ProRail is een organisatie die in een complexe omgeving opereert. Tegen deze achtergrond ontstaat het beeld van een professionele organisatie die haar kerntaak zoals omschreven in de beheerconcessie onmiskenbaar goed uitvoert en die ook duidelijke verbetering boekt bij uitvoering hiervan. Terwijl de prestaties op de kerntaak dus goed zijn, verloopt er ook een aantal belangrijke zaken in relatie tot de zes aanbevelingen minder goed, voornamelijk gerelateerd aan lokale overheden, vervoerders en projectmanagement.
Er worden drie bijsturingen voor ProRail op gebied van “professionele organisatie” en “veiligheid” onderscheiden:
- Professionele Organisatie - Externe Relaties: ProRail is nog onvoldoende een klantgerichte organisatie die zowel lokale overheden als vervoerders als klant beschouwt.
- Professionele Organisatie – Organisatie: De verantwoordelijkheid voor kerntaken en de uitvoering ervan moeten eenduidiger belegd worden in zowel de centrale als de regionale organisatie.
- Veiligheid: Één duidelijke visie op veiligheid en een alomvattend plan van aanpak te ontwikkelen, waarbij de samenhang tussen individuele projecten helder wordt.
Hiernaast worden ook twee bijsturingen onderscheiden in de interactie en samenwerking tussen ProRail en het Ministerie van VenW.
- Ambitie: Om een goede werking van de sector te garanderen is het van belang dat de rol van ProRail volledig helder is voor zowel het Ministerie van VenW als voor ProRail.
- Operationeel Kader: Een gezamenlijk onderschreven definitie van outputsturing helder op papier moeten worden gezet. Tevens moet de meting voor de KPI ‘Transfer’ minder subjectief plaatsvinden en moeten meerjarige doelstellingen per KPI worden geïntroduceerd.