Noodzaak tot blijvende inzet voor meer veiligheid
Het gevoel van onveiligheid is bij de bevolking verder afgenomen. Ook het aantal gewelds- en vermogensdelicten is in de laatste jaren afgenomen. Maar omdat de daling minder sterk is dan eerder zet het kabinet nadrukkelijk in op het project Veiligheid begint bij Voorkomen. Dat blijkt uit een brief aan de Tweede Kamer van de ministers Hirsch Ballin van Justitie en Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens de staatssecretaris van Justitie, als reactie op de vorige week verschenen Veiligheidsmonitor 2008 van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Het kabinet heeft aangegeven de criminaliteit met 25 % terug te willen dringen gemeten over de periode 2002 -2010. Ten aanzien van het terugdringen van de vermogencriminaliteit is die doelstelling inmiddels gehaald. Het aantal fietsendiefstallen is bijvoorbeeld met 72.000 teruggedrongen. Het aantal geweldsdelicten en de overlast en verloedering moeten nog verder worden teruggebracht. Het kabinet wijst dan ook op de noodzaak voor een onverminderde inzet in het project Veiligheid begint bij Voorkomen waarvan het onlangs verschenen actieplan Overlast en Verloedering een onderdeel vormt. Om het aantal fietsendiefstallen nog verder terug te dringen start er binnenkort een campagne over de aanpak van deze vorm van criminaliteit.
Tevens is vandaag de Recidivemonitor verschenen van het Wetenschappelijke Onderzoeks- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie naar de recidive van ex-gedetineerden die in de periode 1997-2004 een strafzaak hadden of uitstroomden uit detentie. Daaruit blijkt dat de strafrechtelijke recidive onder volwassen die in aanraking kwamen met Justitie licht is gestegen. Ook de terugval onder jeugdigen met een strafzaak is toegenomen. Bij kleinere subgroepen zijn de percentages gedaald.
Het onderzoek richt zich alleen op de delicten die door het Openbaar Ministerie werden behandeld. Hoewel in het algemeen bij volwassenen en jeugdigen sprake is van een toename van de recidive, is bij sommige subgroepen van daders een daling te zien. Dit geldt voor personen die vastzaten in een penitentiaire inrichting; sinds 2002 is onder ex-gedetineerden het percentage recidivisten met twee procent afgenomen. Bij ex-pupillen van justitiële jeugdinrichtingen is al iets langer sprake van een neerwaartse trend. Tussen 1997 en 2004 daalde het percentage dat binnen twee jaar opnieuw in aanraking kwam met Justitie met zes procent. De onderzoekers schrijven dit toe aan de schaalvergroting. Het aantal plaatsingen in jeugdinrichtingen is tijdens de onderzoeksperiode meer dan verdrievoudigd, met als gevolg dat nu ook jongeren worden opgenomen met een relatief laag recidiverisico. Het WODC stelt jaarlijks de strafrechtelijke recidive vast van zo goed als alle personen met een justitiecontact.
Het kabinet zet in op een gemiddelde daling van 10 procentpunt van de recidive over de periode 2002-2010 en geeft aan dat het nog te vroeg is om te oordelen over de resultaten uit de Recidivemonitor. Deze heeft immers betrekking op de periode 1997-2004.