Minister wil rechtspraak toegankelijker maken
De rechtspraak in Nederland moet toegankelijker worden voor de burger. De bevoegdheid van de kantonrechter om zaken te behandelen wordt uitgebreid, waardoor burgers minder vaak verplicht worden een advocaat in te schakelen. Verder krijgen rechtbanken en gerechtshoven meer mogelijkheden om samen te werken, waardoor de efficiency van de rechtspraak wordt vergroot. Om meer evenwicht te brengen in de werklastverdeling tussen de gerechtshoven, worden de rechtsgebieden van de gerechtshoven opnieuw ingedeeld.
Dit blijkt uit een wetsvoorstel van minister Hirsch Ballin van Justitie dat voor advies naar verschillende instanties is gestuurd. Het wetsvoorstel is een uitwerking van voorstellen die eind 2006 zijn gedaan door de Commissie evaluatie modernisering rechterlijke organisatie, onder voorzitterschap van drs. W.J. Deetman.
Uitbreiding bevoegdheid kantonrechter
De bevoegdheid van de kantonrechter om zaken te behandelen, zal worden uitgebreid. Op dit moment kunnen veel zaken met een waarde tot 5.000 euro worden voorgelegd aan de kantonrechter. Minister Hirsch Ballin wil dit bedrag verhogen tot 25.000 euro, zoals de commissie-Deetman had aanbevolen. Ook wordt de kantonrechter bevoegd in alle geschillen over consumentenkoop en consumentenkrediet. Met deze uitbreidingen van de bevoegdheid van de kantonrechter wordt het voor burgers gemakkelijker om relatief eenvoudige zaken aan de rechter voor te leggen. Bij de kantonrechter is het namelijk niet verplicht om een advocaat in te schakelen en kunnen partijen hun zaak desgewenst geheel zelfstandig bepleiten. De voorstellen leiden ook tot een versterking van de kantonrechtspraak binnen de rechterlijke organisatie. De bewindsman vindt het belangrijk dat de laagdrempelige, efficiënte en klantvriendelijke werkwijze van de kantonrechtspraak structureel wordt versterkt.
Verder zijn rechtbanken niet meer verplicht om een speciale sector aan te wijzen voor de behandeling van kantonzaken. Dat betekent echter niet dat de kantonrechtspraak als zodanig wordt opgeheven. De opheffing van de verplichte sector kanton is een organisatorische wijziging waardoor rechtbanken meer armslag krijgen om zelf te bepalen hoe de interne organisatie optimaal kan worden ingericht. In verband met een zorgvuldige invoering is het de verwachting dat de uitbreiding van de bevoegdheid van de kantonrechter op 1 januari 2011 kan ingaan.
Samenwerking tussen gerechten
Voor een goede toegankelijkheid van de rechtspraak moet de behandeling van algemene en veel voorkomende zaken in eerste instantie binnen alle arrondissementen (de 19 rechtsgebieden van de rechtbanken) gegarandeerd blijven. Voor specialistische rechtspraak of de behandeling van specifieke minder vaak voorkomende zaaksoorten kan door de rechtbanken binnen een ressort worden samengewerkt. Dit geldt ook wanneer een rechtbank tijdelijk niet over genoeg capaciteit beschikt. Zaken kunnen dan door een andere rechtbank binnen het ressort worden overgenomen. De Raad voor de rechtspraak kan het initiatief nemen om tot deze vorm van samenwerking te komen.
Het bestuur van een gerecht kan straks aan een rechterlijke ambtenaar tijdelijk werkzaamheden opdragen bij een andere rechtbank binnen het ressort. Het moet dan wel gaan om werkzaamheden die binnen het vakgebied van de betrokken rechterlijke ambtenaar liggen. Tevens is de keuze gemaakt om steeds de rechtbanken die binnen één ressort liggen (dus het rechtsgebied van een gerechtshof) te laten samenwerken. Daarmee blijft de lijn naar de rechtspraak in hoger beroep eenduidig en wordt ook aangesloten op de buitengrenzen van politieregio’s en provincies.
Nevenlocaties
Alle rechtbanken hebben buiten de hoofdvestiging van de rechtbank ook nog vestigingen in andere plaatsen binnen het arrondissement, waar ook zittingen worden gehouden (nevenlocaties). Het wetsvoorstel brengt verandering in de manier waarop deze nevenlocaties worden vastgesteld. Nu staan alle nevenlocaties nog opgesomd in de wetgeving over de rechterlijke organisatie. In de nieuwe opzet krijgt de Raad voor de rechtspraak de bevoegdheid om nevenlocaties aan te wijzen.
Herindeling ressorten
Omdat het zaaksaanbod tussen de vijf verschillende gerechtshoven in Nederland onevenwichtig is verdeeld, heeft het kabinet samen met het openbaar ministerie en de Raad voor de rechtspraak gekeken naar de indeling van de ressorten. Nederland is onderverdeeld in vijf ressorten met een eigen gerechtshof. Elk ressort omvat één of meer provincies en telt een aantal arrondissementen met een eigen rechtbank. De nieuwe indeling is als volgt:
ressort Amsterdam: provincie Noord-Holland; ressort Arnhem: provincies Gelderland en Utrecht; ressort Den Haag: provincie Zuid-Holland; ressort Den Bosch: provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland; ressort Leeuwarden: provincies Drente, Flevoland, Friesland, Groningen en Overijssel. Deze herindeling betekent met name een vergroting van het ressort Leeuwarden en een verkleining van het ressort Amsterdam.
Klachten over rechters
Het wetsvoorstel bevat tenslotte ook regels over de bevoegdheid om klachten over rechters in te dienen bij de Hoge Raad. Enkele jaren geleden had de regering het voornemen de Nationale ombudsman in plaats van de Hoge Raad bevoegd te maken om klachten over rechters te behandelen. Na advies van de Raad van State heeft de regering besloten de bestaande regeling te handhaven, ook omdat verreweg de meeste klachten over gedragingen van rechters door de gerechten zelf worden afgehandeld. De procedure bij de Hoge Raad kan volgens de regering bij wijze van tweede instantie soelaas bieden in gevallen waarin de klacht door het gerechtsbestuur niet behoorlijk is behandeld. De regeling wordt weer opgenomen in de Wet op de rechterlijke organisatie.