Persconferentie na de ministerraad, 25 april 2008

Minister-president Balkenende ging tijdens de persconferentie na de ministerraad in op de besluitvorming over de Kaderbrief en de Voorjaarsnota. Ook blikte hij terug op het Voorjaarsoverleg.

Minister-president Balkenende:

Dames en heren, de besluitvorming vandaag stond natuurlijk voor een belangrijk deel in het teken van de besluitvorming over de Kaderbrief. Afgelopen weken, en dat heeft u ook gemerkt, heeft de minister van Financiën regelmatig contact gehad met de collega's over de financiële zaken. En dat is vandaag dan uitgemond in het totaalplaatje. Het totaalbeeld van de financiële situatie wat betreft het uitgavenkader. En we hebben ook toegezegd dat we grote waardering hebben voor de manier waarop de minister van Financiën de afgelopen weken zijn werk heeft verzet. En het heeft ook bijgedragen aan een goede afronding van de discussie en de besluitvorming van vandaag.

Wat we vandaag hebben gedaan, is natuurlijk de opmaat voor de Voorjaarsnota. Die zal in de tweede helft van mei worden afgerond en aan de Tweede Kamer worden gezonden. En de Voorjaarsnota heeft natuurlijk betrekking op het lopende jaar 2008. Dat is een deel. En het tweede deel is dat dit natuurlijk belangrijk is voor de finale besluitvorming in augustus, wanneer we het hebben over het voorbereiden van de begrotingsstukken voor het jaar 2009. En u weet ook dat wij in de tweede helft van augustus zullen stil staan bij het totaalbeeld van zaken als de koopkracht, de lastenontwikkeling, het uitgavenkader. En dat is een moment waarop de lijnen zullen samenkomen. In die zin was deze besluitvorming vandaag erg belangrijk, omdat dit ook een rechtstreekse opmaat is voor de besluitvorming die we in augustus krijgen.

Wat betreft de hoofdlijn van de besluitvorming is nog gezegd dat de tegenvallers behoren te worden opgevangen binnen de eigen begroting en binnen de kaders. Het is van belang vanwege de beschikbare financiële ruimte, maar ook omdat het goed is om in wat meer onzekere tijden de hand op de knip te houden. Het kabinet voert een betrouwbaar en een behoedzaam en een toekomstbestendig begrotingsbeleid. En de overheidsfinanciën moeten op orde zijn. Ook in tijden met mindere economische uitzichten. En de handhaving van de afgesproken uitgavenkaders maakt daar onderdeel van.

Nu liepen we wel op tegen een aantal problemen. En dat is het feit dat er in een paar sectoren sprake was van omvangrijke overschrijdingen. En die zouden ook de komende jaren zijn doorgegaan. En u weet waarom het gaat: de kinderopvang en de persoonsgebonden budgetten in de zorg. En daarvoor zal in de Voorjaarsnota een voorziening worden getroffen. Tegelijkertijd hebben we vastgesteld dat beide regelingen door het zeer ruime gebruik het risico liep dat er sprake is van financiële onbeheersbaarheid. En daarom hebben we besloten beide regelingen met ingang van volgend jaar aan te passen. Dat is echter geen bezuiniging, want zowel in de kinderopvang als in de zorg neemt van jaar tot jaar de hoeveelheid beschikbare middelen toe. En de precieze uitwerking vindt de komende tijd plaats op een zorgvuldige wijze met aandacht voor de betrouwbaarheid, met aandacht voor uitvoerbaarheid en rekening houdend met de mogelijke effecten op arbeidsparticipatie en de koopkracht. En daarom zullen we aanpassing in de regelingen pas vanaf 2009 invoeren. En op Prinsjesdag zullen we u daar nader over informeren.

Wat we nu vandaag hebben besproken hangt natuurlijk ook samen met wat we eerder deze week aan de orde was. En dat betreft het Voorjaarsoverleg met de sociale partners. Het was goed om elkaar te zien omdat het overleg plaatsvond op een moment dat het besef bestaat dat het goed is om in te spelen op de te verwachten economische ontwikkeling. Het huidige economische beeld begint anders te worden dan het beeld van de hoogconjunctuur van de afgelopen jaren. We staan er goed voor. Zeker relatief als je Nederland vergelijkt met andere landen. Maar het is reden voor alertheid. Internationale onzekerheden zijn immers groot. En dan komt het aan op een zorgvuldige en behoedzaam beleid.

Op deze manier is ook afgelopen woensdag met de sociale partners gesproken over dit soort onderwerpen. En het is goed om vast te stellen dat werkgevers, werknemers en overheid deze analyse delen. En ook in dat gesprek is nog eens teruggegrepen op de ervaring eind jaren negentig. Toen de economie goed draaide, zo goed dat we een forse loonontwikkeling zagen en uiteindelijk hebben gezien dat een paar jaar later de concurrentiekracht aanzienlijk was verslechterd. En het gevoel was afgelopen woensdag dat het goed is om dat soort zaken in ieder geval met elkaar te voorkomen. Ik vond de bijeenkomst nuttig. We zijn immers samen verantwoordelijk voor een sterke economie in de komende jaren. En er is ook alles aan gelegen om de Nederlandse economie sterk en welvarend te houden. En dat doen we door een slagvaardig en solide financieel beleid te voeren, door de economische ontwikkelingen nauwlettend te volgen. En we willen dus in augustus weloverwogen besluiten nemen op basis van de meest recente inzichten van het Centraal Planbureau.

Kortom, een week met een hoog sociaaleconomisch en financieel gehalte. Eerst het overleg met de sociale partners. Vandaag de belangrijke besluiten op het gebied van de uitgaven. Gebeurt altijd in deze tijd van het jaar. En u weet dat zaken op het gebied van koopkracht pas in augustus aan de orde komen. Kortom, heel belangrijke dag. Belangrijke gesprekken die in een goede sfeer hebben plaatsgevonden. Dus ik ga met een goed gevoel het weekend in.

Kabinet besluit over Voorjaarsnota ( Nieuwsbericht Regering.nl)