Onderzoek: EU kan striktere eisen stellen aan implementatie handhavingsvoorschriften

Hoewel de Europese dimensie van de rechtshandhaving sterk is toegenomen, is er weinig aanleiding te veronderstellen dat de EU volgens vaste patronen ook in algemene zin striktere eisen stelt aan de feitelijke handhaving door de lidstaten.

Onderzoek: EU kan striktere eisen stellen aan implementatie handhavingsvoorschriften

Nieuwsbericht | 24-04-2008

Hoewel de Europese dimensie van de rechtshandhaving sterk is toegenomen, is er weinig aanleiding te veronderstellen dat de EU volgens vaste patronen ook in algemene zin striktere eisen stelt aan de feitelijke handhaving door de lidstaten.

Dat blijkt uit het onderzoek ‘Implementatie van EU-handhavingsvoorschriften’ van de Universiteit Leiden en de Universiteit Utrecht, dat minister Hirsch Ballin naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Het onderzoek is verricht in opdracht van het WODC van het ministerie van Justitie.

In het onderzoek stonden drie vragen centraal:

  • Hoe is de verhouding van de EU-regelgeving op het gebied van de rechtshandhaving tot het Nederlands beleid en wetgeving?

  • Hoe wordt die regelgeving geïmplementeerd en zijn daarbij patronen te onderkennen?

  • Ondervinden de Nederlandse wetgever en de Nederlandse handhavingspraktijk en -organisatie problemen?

De veronderstelling dat naarmate sprake is van een sterkere Europeanisering van de materiële normstelling, de EU ook striktere eisen stelt aan de feitelijke handhaving is niet bevestigd. Wel is gebleken dat het nationale beleidsveld en de karakteristieken daarvan veelal bepalend zijn bij de verklaring waarom juist op een bepaalde wijze uitvoering is gegeven aan de EU-handhavingsvoorschriften.

Er zijn geen structurele problemen in de praktijk van implementatie van Europese handhavingsvoorschriften naar voren gekomen. Wel zijn verbeterpunten geconstateerd op Europees en/of nationaal niveau op sommige van de onderzochte beleidsterreinen.

Reactie

Minister Hirsch Ballin van Justitie schrijft in zijn reactie op het onderzoek dat hij verheugd constateert dat het rapport geen signalen bevat dat er zich grote (structurele) omissies of problemen voordien bij de implementatie van EU-handhavingsvoorschriften in Nederland. Wel is duidelijk geworden dat Nederland nog niet altijd even (pro)actief meedoet aan beïnvloeding van het Europese onderhandelingsproces op het punt van handhavingsvraagstukken. De uitkomsten van het onderzoek zullen worden betrokken bij de ontwikkeling van het internationale beleid van Justitie.

Meer informatie