Bestuursdiner Stichting Nederland Maritiem Land
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Dames en heren,
Twee weken geleden heb ik namens het kabinet de Beleidsbrief Zeevaart met de titel ‘Verantwoord varen en een vitale vloot’ laten verschijnen. Het is heel verleidelijk om hier uitvoerig voor u uit de beleidsbrief te gaan citeren en de vele beleidsacties met u te delen. Dat doe ik niet. En daar is een goede reden voor: u heeft de beleidsbrief als directe betrokkenen natuurlijk al helemaal gelezen. U weet precies wat erin staat.
Commentaar van velen van u heeft bijgedragen aan de totstandkoming van de beleidsbrief. Dankzij uw reacties staan er in de brief veel maatregelen waar ik beleidsvoornemens handen en voeten mee heb kunnen geven.
Het meest kenmerkende aan de beleidsbrief is het integrale karakter ervan. Het is voor de eerste keer dat het zeevaartbeleid op deze manier is gepresenteerd. Economie, milieu en veiligheid hebben hun eigen plaats in de brief gekregen, maar worden in samenhang met elkaar gepresenteerd, én in de context van Nederland als vlaggenstaat, havenstaat en kuststaat.
In de vorige zeevaartnota, uit 1996, werd het clusterbeleid geïntroduceerd.
Toen werd duidelijk dat er samenhang bestond tussen de verschillende maritieme sectoren, al wisten we destijds niet hoe die samenhang er precies uitzag. Inmiddels – en dan kijk ik naar professor Wijnolst – weten we heel wat meer en is die samenhang, die ooit begon als een soort ‘zwaan kleef aan’, wetenschappelijk onderbouwd.
Het zou ondenkbaar zijn geweest om voor deze nieuwe beleidsbrief geen gebruik te maken van die inzichten. Bij de fiscale maatregelen voor de zeevaart wordt dan ook heel goed gekeken naar wat die regelingen betekenen voor de scheepsbouw en de toeleveranciers, maar bijvoorbeeld ook voor de zeevaartbedrijvigheid in de mainport. Het buitenland zit echter niet stil, en ik heb het bestaande fiscale pakket dan ook enigszins uitgebreid.
Toch is ook dat niet genoeg. Willen we écht een zeevaartnatie blijven, dan moet er iets gebeuren aan het tekort aan Nederlandse zeevarenden. De Nederlandse zeevarende – maar eigenlijk hoef ik dat in dit gezelschap niet te vertellen – stroomt na zijn loopbaan op zee door naar een baan aan de wal, binnen de maritieme cluster. Die cluster krijgt daardoor overigens wél hoogwaardige kennis van mensen die weten waar ze het over hebben.
Om de zeevarenden aan boord te krijgen én te houden moeten we ervoor zorgen dat de zeevaartscholen nóg aantrekkelijker worden. Ook de reders zelf zullen alle zeilen moeten bijzetten. Er staat gelukkig een groot aantal acties op stapel waar we gezamenlijk mee aan de slag kunnen. Ik wil hier graag het initiatief van de firma Spliethoff noemen, die de zeevaartschool letterlijk óp de schepen zet door er extra ruimtes en voorzieningen voor meerdere stagairs tegelijk op te bouwen. Beste meneer Bos: ik vind dat een prima middel om mensen warm te laten lopen voor een beroep in de zeevaart.
Ik zei zojuist dat de beleidsbrief verder kijkt dan naar Nederland als louter vlaggenstaat. Als het gaat om luchtverontreiniging door schepen kijken we natuurlijk vooral naar schepen die langs onze kust varen en onze havens aandoen. Binnen de International Maritime Organisation hebben we verleden week een forse stap op dat punt gezet door goede afspraken te maken over de uitstoot van zwavel en stikstof. De timing was perfect: de beleidsbrief werd op 4 april in de ministerraad behandeld en nog diezelfde dag werd ik op mijn wenken bediend. De zeevaart wordt schoner!
Om bij dit thema aan te sluiten: met de zogeheten Innovatie-impuls Zeevaart ondersteun ik innovaties die goed uitpakken voor het milieu. Met de hoge bunkerprijzen is voor dat soort innovaties veel belangstelling uit de zeevaartsector. Hier ziet u dat milieubelangen en economische belangen hand in hand kunnen gaan. Persoonlijk vind ik dat altijd een mooi voorbeeld van integraal beleid, dat bovendien goed van de grond komt door samenwerking in de cluster.
Dames en heren,
U ziet het: er is dit kabinet veel aan gelegen de maritieme cluster te versterken. Gelukkig kan het daarbij rekenen op de hulp van betrouwbare partners. Uw stichting is er daar één van. En het is niet de minste.
In de beleidsbrief wordt de rol van de Stichting Maritiem Nederland op waarde geschat: de brief spreekt van een van de boegbeelden van de maritieme sector. Want niet alleen hebt u de maritieme cluster in kaart gebracht, u hebt die ook nog eens actief op vele terreinen versterkt. U hebt er actief aan bijgedragen dat in verschillende Europese landen vergelijkbare clusters tot stand zijn gekomen en dat ze in Europees verband zijn gaan samenwerken.
U heeft het clusterdenken daarmee succesvol geëxporteerd. De hele Nederlandse maritieme cluster rechtstreeks voordeel van al deze inspanningen, en de Nederlandse economie dus ook.
Er staan talloze uitdagingen in de nieuwe beleidsbrief. Ik ben ervan overtuigd dat we die samen met u kunnen oppakken en in succesvol beleid kunnen omzetten. Dank u wel.