Uitgenodigde vluchtelingen net zo vaak een baan als asielstatushouders

Uitgenodigde vluchtelingen in Nederland hebben een vergelijkbare arbeidsmarktpositie als asielstatushouders. In vergelijking met Surinamers, Antillianen, Marokkanen en Turken hebben beide groepen wel een achterstand op de arbeidsmarkt en in het onderwijs.

Dat blijkt uit het onderzoek ‘Uitgenodigde vluchtelingen; beleid en de maatschappelijke positie in nationaal en internationaal perspectief’ dat staatssecretaris Albayrak mede namens haar collega minister Vogelaar voor Wonen, Wijken en Integratie naar de Tweede Kamer heeft gezonden. Het onderzoek richtte zich op de arbeidsparticipatie en onderwijsdeelname van bijna 3000 uitgenodigde vluchtelingen die tussen 1994 en 2004 naar Nederland zijn gekomen.

Uitgenodigde vluchtelingen wonen in Nederland vaker dan andere bevolkingsgroepen in gebieden met een geringe werkgelegenheid. Als met de regionale werkgelegenheid rekening wordt gehouden, blijken zij even vaak als overige asielstatushouders een baan te hebben. Doordat het merendeel jong is, is de kans groot dat zij op latere leeftijd makkelijker werk kunnen vinden dan hun ouders.

Uit het onderzoek blijkt echter dat zowel uitgenodigde vluchtelingen als overige asielstatushouders in het voortgezet onderwijs lagere opleidingen volgen dan andere groepen. In het voortgezet onderwijs volgen uitgenodigde en overige vluchtelingen lagere opleidingen dan andere groepen. Wel is het aantal uitgenodigde vluchtelingen dat studiefinanciering voor het hoger onderwijs ontvangt in de laatste jaren van de onderzoeksperiode gestegen.

Staatssecretaris Albayrak noemt in een reactie op het rapport de Nederlandse bijdrage aan hervestiging uit het oogpunt van solidariteit onontbeerlijk en streeft naar verdere Europese samenwerking op dit gebied.