Persconferentie na de ministerraad, 18 april 2008

Minister-president Balkenende:

Dames en heren, met grote verslagenheid heeft de ministerraad vanmorgen van minister Van Middelkoop vernomen dat twee van onze militairen in Uruzgan om het leven zijn gekomen en dat twee andere militairen ernstig gewond zijn geraakt.

Wij voelen ons ten diepste verbonden met de families die door dit vreselijke lot zijn getroffen. Wij denken aan hen en leven intens met hen mee. De beide gewonde militairen worden momenteel behandeld. Al het mogelijke wordt gedaan om hun kansen op een zo goed mogelijk herstel te vergroten.

U heeft het van minister Van Middelkoop gehoord, de vier militairen zaten in één voertuig en werden het slachtoffer van een bermbom. De Taliban probeert met dit laffe middel vrede en vooruitgang in Uruzgan te dwarsbomen. Vrede en vooruitgang waar de Nederlandse militairen - samen met hun partners - juist met hart en ziel aan werken.

Soldaat Schouwink en luitenant Van Uhm deden hun werk met moed en met grote betrokkenheid. Zij verdienen het grootste respect voor hun inzet. Zij hebben hun leven gegeven voor de verbetering van het lot van anderen.

Onze gedachten gaan uit naar de familie Schouwink die rouwt om hun zoon. Onze gedachten gaan ook uit naar de familie Van Uhm. Naar onze Commandant der Strijdkrachten, zijn echtgenote en hun dochter. Het is een ongekende tragedie dat zij - na de ceremoniële overdracht gisteren - hun zoon hebben verloren.

Wij allen zijn diep geraakt. De Nederlandse krijgsmacht wordt zwaar op de proef gesteld. Haar moed, doorzettingsvermogen, professionaliteit en menselijkheid dwingen groot respect af. Ondanks het verdriet en de pijn van vandaag, zullen wij sterk en eensgezind doorgaan op de weg die we zijn ingeslagen.

Dat wilde ik zeggen na wat wij vanmorgen van de minister hebben gehoord. Uiteraard hebben we ook stilgestaan bij andere onderwerpen in de ministerraad maar daarvoor mag ik verwijzen naar de persberichten die u heeft ontvangen.