Hof wijst vervolging militair af
De Militaire Kamer van het Gerechtshof te Arnhem heeft het verzoek tot vervolging van een Nederlandse militair afgewezen. De militair was in het kader van de SFIR-missie in Irak op 21 april 2004 ten noorden van de stad Ar Rumaytah betrokken bij een schietincident, waarbij een Irakese burger om het leven kwam. Namens de vader van het slachtoffer was een verzoek tot vervolging ingediend.
Het Gerechtshof heeft geoordeeld dat "de beklaagde kon menen dat hij en zijn eigen troepen werden beschoten en dat hij hiervan uitgaande handelde binnen de kaders van de van toepassing zijnde Geweldsinstructie."
De uitspraak maakt nogmaals duidelijk dat de militair die conform zijn geweldsinstructie geweld toepast rechtmatig handelt en om die reden niet zal worden vervolgd.