Pilots voor ruimtelijke kwaliteit bedrijventerreinen
Minister Cramer (Ruimte en Milieu) en minister van der Hoeven (EZ) willen de kwaliteit en de ruimtelijke inpassing van bestaande en nieuw aan te leggen bedrijventerreinen bevorderen. Om inzicht te krijgen in de mogelijke oplossingen die de ruimtelijke kwaliteit op bedrijventerreinen kunnen vergroten hebben beide bewindslieden vijf pilots geselecteerd, die als proeftuin en voorbeeldfunctie zullen fungeren. Met provincies en gemeenten wordt daarnaast een gezamenlijk kenniscentrum opgericht dat zorgt voor de benodigde kennisopbouw- en uitwisseling rondom herstructurering van bedrijventerreinen en ruimtelijke kwaliteit.
Voor vooral de kwaliteit van ruimte bij bedrijventerreinen is nog niet precies bekend welk instrument nodig is om een bepaald effect te bereiken. De pilots moeten inzicht bieden in de (werking van) mogelijke oplossingen. De pilots moeten een leereffect hebben voor zowel rijk, provincies, regios als gemeenten. Behalve het leereffect is het de bedoeling dat de pilots ook dienen ter inspiratie voor anderen en dus een voorbeeldfunctie vervullen.
De vijf geselecteerde pilots zijn: Overijssel Sterrensysteem, Oss en provincie Noord-Brabant, Zutphen De Mars, Groningen-Assen en de gemeente Zaanstad.
De ministers Cramer en Van der Hoeven vinden het belangrijk om bij het creëren van ruimte voor bedrijven het bestaande bebouwde gebied beter te benutten en te zorgen dat de verhouding tussen vraag en aanbod van bedrijventerreinen in evenwicht is. Doelstelling daarbij is om het aantal hectares geherstructureerd bedrijventerrein te verdubbelen, zodat vanaf 2010 jaarlijks minimaal 1.000 à 1.500 hectare wordt opgeleverd. Met de koepelorganisaties IPO en VNG zijn afspraken gemaakt over de behoefteraming en planning, betere regionale afstemming van het beleid van bedrijventerreinen en het hanteren van de SER-ladder. Daarnaast willen zij ook de ruimtelijke kwaliteit van bestaande en nieuwe bedrijventerreinen verbeteren.
Beide ministers hebben de taskforce herstructurering bedrijventerreinen ingesteld om hen te adviseren over de aanpak van herstructurering. Later dit jaar presenteert de taskforce haar advies.
De systematiek van de SER-ladder houdt in dat overheden eerst nut en noodzaak van een bedrijventerrein afwegen. Als bedrijfsruimte nodig blijkt dan met voorrang door herstructurering van oude terreinen of door intensivering in bestaand bebouwd gebied. Waar die twee mogelijkheden onvoldoende soelaas bieden, kan worden voorzien in de ruimtebehoefte door nieuwe uitleg van terrein. Ook worden in 2008 per provincie afspraken gemaakt over een realistische en efficiënte planning van bedrijventerreinen.