BP en Shell bereid Betuweroute te gebruiken voor vervoer LPG
De oliebedrijven Shell en BP zijn bereid de Betuweroute te gebruiken voor hun LPG-transporten van Vlissingen naar het Duitse achterland. Minister Cramer heeft vandaag in een brief de Tweede Kamer hiervan op de hoogte gesteld.
Shell president-directeur De Wit liet in een brief van 11 maart dit jaar de ministers Cramer (VROM) en Eurlings (V en W) weten bereid te zijn de Betuwelijn te gebruiken. Eind december 2007 had de directie van British Petroleum (BP) Eurlings ook al laten weten geen bezwaren te hebben de Betuweroute te gebruiken voor hun LPG-vervoer. Nu gebruiken beide bedrijven slechts op beperkte schaal de Betuwelijn, het is de bedoeling dat dit vervoer snel uitbreidt.
Het is een belangrijke stap naar een veiliger vervoer van gevaarlijke stoffen. De inzet van het kabinet was om zo veel mogelijk transporten van chemische stoffen via de binnenlandse vaarroutes te laten plaatsvinden. Veel afnemers van het LPG dat BP en Shell vervoeren, bevinden zich echter ver van de vaarroutes vandaan in het Duitse achterland. Een extra transport over de Duitse spoorbanen zou nodig zijn en dat maakt het voor beide concerns te duur.
Uit het onderzoek van VROM, V en W en de twee olieconcerns dat aan het schrijven van beide brieven voorafging, blijkt verder dat de opening van de Betuweroute voor gevaarlijke stoffen en maatregelen op het spoor (bijvoorbeeld bloktreinen) een positief effect hebben op het oplossen van knelpunten. Het is de bedoeling zo veel mogelijk de treinroute door Brabant te ontzien; deze leidt langs veel steden in tegenstelling tot de Betuwelijn.
Meer informatie:
Om de brieven en de voorstudie te downloaden, gaat u naar http://www.vrom.nl/pagina.html?id=9965 onder de kop 'Rapportage modal shift LPG Vlissingen - Duitsland'.