Antwoorden op de vragen van het Kamerlid Langkamp (SP) over de William Schrikker Pleegzorg
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
JZ-K-U-2836976
9 maart 2008
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Langkamp (SP) over de William Schrikker Pleegzorg (2070813520).
De Minister voor Jeugd en Gezin,
mr. A. Rouvoet
Vraag 1
Vindt u het wenselijk dat een tweejarig jongetje naar een instelling is gegaan vanwege de plaatsingsstop van de William Schrikker Pleegzorg, terwijl er een pleeggezin voor hem beschikbaar was? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet? 1) 2)
Vraag 2
Deelt u de mening dat het recht op gezinsopvoeding voor het gehandicapte kind in de in vraag 1 geschetste situatie geschonden is? Zo neen, waarom niet?
Vraag 3
Hoe verhoudt zich deze gang van zaken tot uw uitspraak ‘Als kinderen om welke reden dan ook niet meer thuis kunnen wonen, is pleegzorg het beste alternatief. In warme omgeving van het pleeggezin kan een kind zich nu eenmaal beter ontplooien dan in een instelling’? 3)
Antwoord 1, 2 en 3
Als minister ben ik verantwoordelijk voor het stelsel van jeugdzorg. Het past mij niet een oordeel te geven over de zorgverlening in individuele gevallen. Ik kan daarom niet aangeven of de ingezette zorg voor het tweejarige jongetje wenselijk is. De William Schrikker Groep (WSG) valt – net als alle provinciaal gefinancierde jeugdzorg- onder het regime van de provincies. De provincies en de grootstedelijke regio’s ontvangen jaarlijks middelen voor het zorgaanbod via de uitkering zorgaanbod. Het is hun verantwoordelijkheid om deze middelen zo doeltreffend en doelmatig mogelijk te besteden. Als de WSG geen plaats beschikbaar heeft, zal de betreffende provincie of grootstedelijke regio kunnen kiezen voor het inkopen van een extra plaats of voor vervangende zorg. Ik ga er vanuit dat voor deze specifieke casus een passende oplossing is geboden.
Vraag 4
Deelt u de mening dat de plaatsingsstop bij de William Schrikker Pleegzorg onwenselijk is? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat gaat u ondernemen om ervoor te zorgen dat er zo snel mogelijk een eind komt aan de plaatsingsstop?
Antwoord 4
In het landelijk convenant is financiering voor 1201 plaatsen bij de WSG geregeld. Daarnaast kopen enkele provincies extra plaatsen in bij de WSG. Het is aan de provincies en grootstedelijke regio’s om hun zorgaanbod in te kopen.
1) Geanonimiseerde brief van potentiële pleegouders
2) Informatie over de plaatsingsstop van de William Schrikker Pleegzorg
3) http://www.jeugdengezin.nl/toespraken/2007/pleeggezinnen-in-het-zonnetje.asp