Geannoteerde agenda informele bijeenkomst
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
IZ-2841804
9 april 2008
Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda ten behoeve van de informele bijeenkomst van de Raad voor Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (WSBCV) van 17 en 18 april aanstaande in Brdo, Slovenië.
Ik wijs u erop dat over de definitieve standpuntbepaling van Nederland in de informele bijeenkomst van de WSBVC-raad nog afstemming in de ministerraad zal plaatsvinden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Geannoteerde agenda voor de informele bijeenkomst van de minister van Volksgezondheid van de Raad voor Werkgelegenheid en Sociaal beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken van 17 en 18 april 2008
Op 17 en 18 april 2008 vindt in Brdo, Slovenië een informele bijeenkomst van de ministers van Volksgezondheid plaats. Op de agenda staan de volgende vier onderwerpen.
1. Het beperken van kanker
Het voorzitterschap wil discussie voeren over de uitdagingen die de ministers zien ten aanzien van kanker, onder andere op het gebied van preventie, screening, onderzoek en behandeling. Ook wil het voorzitterschap graag weten op welke gebieden de ministers meerwaarde zien van Europese activiteiten. Daarnaast wil het voorzitterschap graag goede nationale voorbeelden uitwisselen in het voorkomen en het beheersen van kanker.
Nederland steunt de aandacht voor kanker. De sterfte aan kanker dreigt die van hart- en vaatziekten te verdringen van de eerste plaats, de ziektelast is enorm en zal stijgen door de vergrijzing. Om de trend te kunnen ombuigen, is een brede programmatische aanpak van chronische ziekten nodig. Hierbij wordt een sluitende keten gevormd die niet alleen bestaat uit goede diagnostiek, behandeling en begeleiding maar ook - anders dan nu - uit preventie, vroeg opsporen en zelfmanagement. Aandacht voor de verbinding tussen gedrag en omgeving en een integrale aanpak zijn hierbij van belang. Door een gezonde leefstijl valt veel gezondheidswinst te behalen, ook in de strijd tegen kanker. De EU kan een bijdrage leveren aan het inventariseren van de verschillende evidence based interventies (voor het voorkomen van overgewicht, alcoholgebruik en roken) die bestaan in de EU en het bereik van deze interventies. Nederland kent momenteel bevolkingsonderzoeken naar borstkanker en baarmoederhalskanker die een groot bereik hebben. Nederland zal deze goede praktijken, onder andere op het gebied van screening en wetenschappelijk onderzoek, inbrengen in de discussie.
2. Informatie over de conclusies van de 3de Europese Conferentie over Alcoholbeleid
Deze conferentie wordt gehouden op 2 en 3 april 2008. Nederland zal de presentatie van de conclusies aanhoren. Op het moment van schrijven is nog geen nadere informatie beschikbaar over de conclusies van deze conferentie.
3. Implementatie van de EU Gezondheidsstrategie
Nederland zal interveniëren langs de lijn van de Kabinetsreactie op het Witboek over de Gezondheidsstrategie. Ik heb deze Kabinetsreactie op 27 februari 2008 naar de Tweede Kamer gestuurd.
4. Antimicrobiële resistentie
Het voorzitterschap wil een discussie op politiek niveau starten over dit onderwerp, die de volgende voorzitterschappen verder op kunnen pakken. In 2001 heeft de Europese Commissie een communautaire strategie tegen antimicrobiële resistentie opgesteld, vergezeld van een aanbeveling van de Europese Raad over verstandig gebruik van antimicrobiële stoffen in de menselijke geneeskunde. Deze strategie is toegespitst op de onderdelen: surveillance, infectieziektepreventie/hygiëne, onderzoek en internationale samenwerking. Nederland voert al jaren een succesvol antibioticumbeleid, gebaseerd op bovenstaande pijlers. Het resistentieniveau in Nederland behoort tot een van de laagste ter wereld. Nederland juicht initiatieven van de Europese Commissie op dit onderwerp toe. Resistente organismen kunnen zich gemakkelijk internationaal verspreiden. Vanwege de wederzijdse effecten, is dit bij uitstek een onderwerp waar een internationale aanpak gerechtvaardigd is. Nederland zal in de discussie goede voorbeelden inbrengen.
E-sigaret
Begin maart heb ik mijn Europese collega ministers van volksgezondheid en de Europese Commissie een brief gestuurd over de problematiek van de e-sigaret in Nederland. In de brieven heb ik mijn collega’s gevraagd mij te informeren over de status van de e-sigaret in hun land. Ik heb deze brieven gestuurd om zicht te krijgen op de status in andere landen en om te bezien of het mogelijk is om in Europees verband gelijk op te trekken. Ook de Commissie heb ik gevraagd een uitspraak te doen over de status van de e-sigaret. Daarnaast heb ik de Commissie verzocht om door de daarvoor geëigende Europese agentschappen/comités onderzoek te laten doen naar de schadelijkheid van de e-sigaret voor gebruiker en omgeving. Ik ben van plan om tijdens de informele bijeenkomst in Brdo mijn brieven over de e-sigaret toe te lichten.