E-readiness monitor
Toespraak staatssecretaris Heemskerk over ICT in nederland bij de in ontvangstname van de E-Readiness monitor op woensdag 9 april 2008 bij VNO-NCW in Den Haag.
Hartelijk dank voor deze monitor!
De grote vraag vandaag is natuurlijk: zijn we er klaar voor? Hoe 'e-ready' zijn we nu eigenlijk in Nederland? Hoe doen we het, ten opzichte van vorig jaar en ten opzichte van andere landen?
Als staatssecretaris van Economische Zaken denk ik dat Nederland uit deze monitor prima naar voren komt. We zijn immers weer een plaatsje gestegen in de ranking, naar de zevende plaats! We hebben een goede uitgangspositie met een sterke ICT-infrastructuur, en we zijn er steeds meer van doordrongen hoé belangrijk ICT is voor de Nederlandse en mondiale economie. En dat blijft gelukkig niet onopgemerkt.
Maar het gaat niet alleen om economische voordelen, het gaat ook om het verspreiden van informatie, om kennis en vaardigheden. Uiteindelijk is ICT gewoon een gereedschap voor ménsen, en gaat het erom hoe we ze helpen met dat gereedschap kansen te grijpen. Laten we dat vooral niet vergeten!
De huidige positie van Nederland op de monitor laat zien dat we goed bezig zijn. Reden voor een feestje? Ja. Moet er nog veel gebeuren? Zeker! Ik vind dat we de komende jaren ICT slimmer moeten gaan toepassen. Bijvoorbeeld op het gebied van dienstverlening. Ik maak me er hard voor dat dienstverlening digitaal, multimediaal en altijd beschikbaar moet worden, om de consument zo goed mogelijk te bedienen. Dat geldt voor de overheid net zo goed als voor bedrijven.
Wat mij betreft mag er veel meer geredeneerd worden vanuit de gebruiker. Dus niet een ICT-product tegen een bestaand proces plakken, maar juist integreren in je product of dienst. Om het beter en makkelijker te maken voor de gebruiker. Díe moet centraal staan.
Dat zeg ik nu wel makkelijk, maar u weet net zo goed als ik dat daar veel meer bij komt kijken. Samenwerking is wat dat betreft het kernwoord. Overheid en bedrijven moeten samen oplossingen bedenken om ICT zo slim mogelijk in te kunnen zetten. Dat dit tot mooie resultaten kan leiden weet ik heel zeker.
Een prachtig voorbeeld is de aanpak rond asbest. Een groot probleem, waarbij duidelijk werd dat het aanleveren van asbestinformatie aan de overheid en binnen de branche veel efficiënter kan.
Te vaak moesten bedrijven dezélfde informatie meerdere keren aanleveren. Dat werkt natuurlijk niet.
We zijn daarom samen met het bedrijfsleven bezig het Centraal Asbest Informatiepunt op te richten. Het melden van asbestverwijdering en het controleren van de uitgevoerde werkzaamheden wordt zo veel makkelijker, en vooral ook transparanter. Dit levert het bedrijfsleven een besparing op van meer dan een miljoen euro per jaar!!! Daar komt nog bij dat de arbeid- en milieuwetgeving zo eenvoudiger gehandhaafd kan worden. Dat is goed voor het milieu, dat is goed voor bedrijven, dat is goed voor elke Nederlander.
Met zo'n voorbeeld uit de asbestbranche blijkt dat het partijen vaak niet lukt om problemen gezamenlijk op te pakken, bijvoorbeeld omdat niet duidelijk is wie waarvoor verantwoordelijk is. Ik wil de samenwerking tussen alle partijen op gang brengen. Of het nou over asbest gaat, over Rotterdamse havens, over het verlenen van een horecavergunning of over een elektronisch urenbriefje voor uitzendbureaus. Het zijn allemaal pilots die ik uitvoer om met behulp van ICT de regeldruk voor het bedrijfsleven te verlagen.
Maar het gaat niet alleen om hoe we het voor het bedrijfsleven makkelijker maken, het gaat ook om de gemiddelde gebruiker van ICT. Of dat nou mijn moeder is, uw buurvrouw of die kleine zelfstandige in het buurtwinkeltje om de hoek: digitale diensten moeten gericht zijn op de gebruiker. Mensen moet meegenomen worden in het gebruik van digitale diensten. Ik noem dat 'e-vaardigheden'.
Voor een deel is dat natuurlijk de verantwoordelijkheid van de persoon zélf. Maar als bedrijf en overheid kan je er niet omheen om gebruikers zo goed mogelijk te begeleiden en helpen. Of het nou om het aanvragen van een vergunning, het verlengen van je paspoort of online winkelen gaat: het moet voor iedereen te doen zijn! Ik ga daarom e-vaardigheden bevorderen. Vooral bij achterblijvende groepen zoals ouderen, allochtonen, laagopgeleiden en laaggeletterden.
Daarnaast zet ik me in voor elektronisch factureren. E-factureren zorgt voor een lastenverlichting oplopend tot tientallen euro's per factuur, voor zowel de ontvanger als verzender. Hiermee kan naar schatting meer dan 600 miljoen euro worden bespaard!
In 2010 moeten er 3,6 miljoen elektronische facturen richting overheid worden verstuurd, dat is 10 procent van het totaal aantal facturen dat de overheid jaarlijks ontvangt. Om dit doel te bereiken smeed ik coalities tussen overheidsinstellingen en leveranciers, zodat we e-factureren echt van de grond kunnen tillen in Nederland.
Ik ga bovendien overstapdrempels bij verandering van internet-, telecom- of televisieaanbieders wegnemen, zodat mensen vrij kunnen kiezen.
Met Nederland Open in Verbinding bevorder ik ondermeer open standaarden, zodat iedereen technieken, processen en definities kan gebruiken om de eigen diensten of producten op te ontwikkelen. Ik vind dat die openheid de concurrentie vergroot en daarmee stimuleert om te innoveren en ondernemen.
Al mijn doelen staan in de nieuwe ICT-agenda. Want hoge ogen gooien op een ranking van de e-Readiness monitor is mooi, maar uiteindelijk gaat het erom dat elke inwoner van Nederland profijt heeft van ICT, direct of indirect.
Beste mensen, om ook in de toekomst internationaal bekend te blijven staan als innoverend land in dienstverlening moet de dienstverlening digitaal en de gebruiker centraal. Toegankelijk, open en begrijpelijk. Het gaat om de economie, het gaat om mensen, het gaat om kansen. Ik ga daar mijn uiterste best voor doen de komende jaren. En ik hoop, nee, ik ga er van uit dat u dat ook doet!
Dank u wel.