Betere afstemming nodig bij risicovolle activiteiten
Bij het uitvoeren van risicovolle activiteiten is een betere afstemming nodig. Dat is één van de aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid die het ongeval op de Landmachtdagen in Wezep onderzocht. Sergeant Michel Meijers verongelukte op 2 juni 2007 tijdens een afdaaldemonstratie uit een helikopter.
Tijdens de voorbereiding van de demonstratie heeft onvoldoende afstemming plaatsgevonden over de te volgen procedure waardoor het dodelijke voorval kon plaatsvinden. Dit is een van de conclusies van de Raad, onder voorzitterschap van prof. mr. Pieter van Vollenhoven.
Staatssecretaris Jack de Vries nam het rapport vandaag in ontvangst. De bewindsman: “Zowel bij de nabestaanden, collega’s als de defensieleiding bestaat grote behoefte aan een duidelijk beeld van de toedracht van het ongeval”. De Vries vindt de conclusies helder.
Volgens de Raad lag de oorzaak van het ongeval in het feit dat de helikopterpiloot het sein kreeg dat ‘alle lijnen los’ waren en wegvloog, terwijl niet was vastgesteld dat dat ook werkelijk het geval was. Bij gevaarlijke activiteiten moet vooraf duidelijk worden afgesproken welke handelingen worden gedaan en hoe ze worden uitgevoerd. Daarbij moet ook goed worden afgestemd welke tekens vereist zijn om die handelingen te mogen uitvoeren. Dat is niet voldoende gedaan.
Zo kon het gebeuren dat één van de afdaallijnen zodanig werd doorgesneden, dat die niet naar beneden viel maar aan de helikopter bleef hangen. Deze snijfout is, zo stelt de Raad vast, mede in de hand gewerkt door onbekendheid mét en het ontbreken ván richtlijnen met betrekking tot het doorsnijden.
De Onderzoeksraad beveelt de minister van Defensie aan zeker te stellen dat voorafgaand aan risicovolle activiteiten gedetailleerde afstemming plaatsvindt. Ook adviseert de Raad eenheid te brengen in de procedures bij de verschillende krijgsmachtdelen.
Lees het volledige rapport op de website van de Onderzoeksraad voor Veiligheid