Advies Verburg volgorde vaccineren blauwtong
Minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit adviseert dierenartsen om runderen rond de inseminatiedatum, fokrammen, lammeren en fokschapen en -geiten als eerst te vaccineren tegen Blauwtong. In mei kunnen dierenartsen met de vrijwillige vaccinatie beginnen.
De eerste twee miljoen doses worden gelijkmatig verdeeld over de dierenartsenpraktijken in het hele land. De vaccins worden uitgeleverd aan dierenartspraktijken op basis van het aantal herkauwers (runderen, schapen en geiten) per dierenartsenpraktijk. Het advies is vooral gericht op het bevorderen van dierenwelzijn en het beperken van de economische schade.
De dierenartsenpraktijken krijgen een dringend advies om de eerste twee miljoen doses in het voorjaar in te zetten bij de volgende specifieke doelgroepen: runderen rond de inseminatiedatum, fokrammen, lammeren voor de fokkerij en fokschapen en -geiten. Binnen deze doelgroepen geldt geen rangorde.
Als eerste noemt Verburg runderen rond de inseminatiedatum (twee maanden ervoor tot twee maanden erna). Het afgelopen jaar is gebleken dat bij runderen de schade door niet drachtig worden en het verwerpen van de vrucht het grootst is. Vervolgens noemt zij de fokrammen. Het afgelopen jaar waren veel fokrammen onvruchtbaar. Er lijkt een relatie met Blauwtong te zijn.
Daarna noemt de minister lammeren die bestemd zijn voor de fokkerij. De ziekte heeft het meest huisgehouden onder jonge dieren. De sterfte in deze groep zou veel hoger zijn geweest dan onder oudere dieren.
De laatstgenoemde groep bestaat uit de fokschapen en -geiten die voor export bestemd zijn.
De vier miljoen doses die in juli worden opgeleverd worden op aanvraag uitgeleverd aan dierartsenpraktijken. Hierbij wordt een mechanisme ingebouwd om te voorkomen dat praktijken een onevenredig grote hoeveelheid vaccin bestellen.
Blauwtong komt sinds 2006 in Nederland voor. Vorig jaar stierven vooral veel schapen aan deze ziekte.