Openstaande toezegging n.a.v. het Mondeling overleg Wmo van 10 oktober 2006; Objectieve criteria voor het monitoren van de uitvoeringskosten

De Voorzitter van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20017
2500 EA DEN HAAG

DMO/SFI-2839884

1 april 2008

Tijdens het Mondeling Overleg Wmo van 10 oktober 2006 en in de brief van mijn
voorgangster d.d 13 oktober 2006 (Kamerstukken II vergaderjaar 2006-2007, 30 131, nr. 110) is uw Kamer toegezegd de objectieve criteria voor het monitoren van de uitvoeringskosten toe te sturen.

VWS heeft samen met de VNG, Financiën en BZK een Europees aanbestedingstraject ingezet voor het onderzoek naar de uitvoeringskosten Wmo. Met dit traject wordt er objectief een organisatie uitgekozen die dit onderzoek gaat uitvoeren.

Het kwantitatieve onderdeel van het onderzoek zal plaats vinden op grond van de cijfers opgenomen in de IV3-systematiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek, waarin de baten en lasten van uitgaven door gemeenten worden geregistreerd. Het kwalitatief deel van het onderzoek wordt gebaseerd op een representatieve steekproef bij gemeenten.

De Monitor uitvoeringskosten WMO moet antwoord geven op de volgende vragen:
1. Geef een definitie van doelmatige uitvoering van de Wmo.

2. Wat is de omvang van de feitelijke uitvoeringskosten in 2007, 2008 en 2009 voor de nieuwe taken als gevolg van invoering van de Wmo per 1 januari 2007, in totaal en per onderzochte gemeente.

3. Waaruit zijn de posten van de feitelijke uitvoeringskosten Wmo voor de nieuwe taken in 2007, 2008 en 2009 opgebouwd (verdeeld naar structureel en incidenteel en geef aan welke kosten doelmatig zijn of niet volgens de opgestelde definitie)?

4. Wat is de omvang van de feitelijke uitvoeringskosten in 2005 en 2006 voor de oud-Wvg en de welzijnstaken (dus de uitvoeringskosten vóór invoering van de Wmo), in totaal en per onderzochte gemeente?

5. Geef in het eindrapport in 2010 een beredeneerd, onafhankelijk, niet-bindend advies voor het benodigde structurele bedrag aan uitvoeringskosten in het Wmo-budget.

6. Geef in het eindrapport in 2010 een beredeneerd, onafhankelijk, niet-bindend advies voor het benodigde bedrag waarmee de uitvoeringskosten 2007, 2008 en 2009 achteraf en incidenteel moeten worden aangepast.

Te zijnertijd zal ik u dit eindrapport toesturen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

mw. dr. J. Bussemaker