Stalkeuring voor deel veetransporteurs
Minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft besloten dat bedrijven die deelnemen aan het kwaliteitssysteem Dierwaardig vervoer 2008 na 1 april 2008 in aanmerking kunnen komen voor een stalkeuring. Daarvoor is het wel noodzakelijk dat ze een positieve entree-audit hebben gehad. Voor die bedrijven geldt dat voor keuringsaanvragen gedaan vanaf 1 april, stalkeuring wordt verleend. Bedrijven die wel deelnemen aan het kwaliteitssysteem Dierwaardig vervoer 2008 maar nog geen positieve entree-audit hebben gehad, krijgen voorlopig nog klepkeuring.
Voor alle overige bedrijven geldt dat voor keuringsaanvragen gedaan vanaf 1 april, de klepkeuring weer van kracht wordt.
Dierwaardig vervoer 2008 is een kwaliteitssysteem voor de leden van de organisatie voor veetransporteurs (Saveetra/NBHV). De minister heeft besloten dat dit systeem voldoet, zodat zij stalkeuring kan toestaan. Elk bedrijf dat hiervoor in aanmerking wil komen moet een geslaagde individuele entree-audit ondergaan. Van de 160 bedrijven die zich hiervoor hebben aangemeld, hebben ongeveer vijftien bedrijven die gehad.
Het kwaliteitssysteem voor exportverzamelcentra NBW-Q is nog niet gereed. Daardoor krijgen de exportverzamelcentra die zich voor dat systeem hebben aangemeld, na 1 april toch klepkeuringen. Het gaat om veertien bedrijven. Vanaf het moment dat ook dit systeem is goedgekeurd, gaat de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) ook bij die bedrijven na een geslaagde entree-audit over op de stalkeuringen.
Zowel stalkeuring als klepkeuring zijn veterinaire keuringen die voorafgaand aan internationale transporten plaatsvinden. Bij een stalkeuring beoordeelt de dierenarts de dieren op stal en controleert hij de vrachtwagen. Bij een klepkeuring wacht de dierenarts totdat alle dieren zijn geladen. Dit kost meer tijd en klepkeuring is daardoor duurder voor de sector, die voor de keuring betaalt.