Persconferentie na de ministerraad, 28 maart 2008

Toelichting van minister-president Balkenende op de besluitvorming in de ministerraad. Hij gaat in op zijn bezoek aan Polen en de internetfilm van de heer Wilders

Minister-president Balkenende:

Goedemiddag. We hebben vandaag een betrekkelijk snelle ministerraad gehad. Eerst trouwens een rijksministerraad. Een aantal punten is uiteraard aan de orde geweest.

Het punt van buitenlands beleid, en in dat kader heb ik samen met staatssecretaris Timmermans stilgestaan bij het bezoek deze week aan Polen. Een buitengewoon nuttig gesprek, een gesprek dat te maken heeft natuurlijk met de komst van de nieuwe regering en een nieuwe collega. Ik heb uitgebreid gesproken met premier Tusk. We hebben het gehad over de versterking van onze bilaterale betrekkingen, meer culturele contacten, meer economische contacten. We hebben het gehad over de historische banden. En als je in Gdansk bent dan zie je natuurlijk hoe Nederlanders er in het verleden zijn geweest. Al in de dertiende eeuw. We hebben bijgedragen, toen ook, aan het ervoor zorgen dat het gebied droog werd. Ook toen al de strijd tegen het water. De mennonieten die gekomen zijn in verband met godsdienstvrijheid. We hebben het gehad over de economische betrekkingen. We hebben een prachtige project gezien in Warschau; een groot winkelcentrum. Er was een handelsdelegatie mee. We hebben een uitgebreid gesprek gehad met de vice-premier van Polen. We hebben een gesprek gehad met de president en dan ging het natuurlijk ook over het vraagstuk van de ratificatie van het wijzigingsverdrag. We hebben het gehad over de discussie van de NAVO. Kortom: het was een heel succesvol en plezierig bezoek. En ik heb mijn collega ook uitgenodigd naar Nederland te komen.

Daarnaast zijn de nodige andere onderwerpen aan de orde geweest vandaag. U heeft de persberichten daarvan gezien.

Volgende week is minister Bos afwezig in verband met de Ecofin-vergadering, en zelf ben ik met diverse bewindslieden, minister van Buitenlandse Zaken en Defensie, in Boekarest in verband met de NAVO-top. Een belangrijke top, want het gaat daar om zaken als de verhouding met Rusland, de situatie in Afghanistan, mogelijke uitbreiding. Kortom, er staat veel op het spel. Ik zie naar die NAVO-top uit.

Dan hebben we uiteraard teruggeblikt naar de internetfilm van de heer Wilders die gisteren is gepubliceerd. Vanochtend hebben minister Hirsch Ballin en minister Vogelaar een gesprek gehad met moslimorganisatie en andere organisaties over de film. Daarin is duidelijk naar voren gekomen dat er waardering over en weer bestaat voor de aanpak en de visie die naar buiten is gekomen. Een aanpak waarin het gaat om wederzijds respect, het benoemen van problemen, werken aan verbondenheid. Ik wil op deze plaats graag mijn waardering uitspreken voor de moslimorganisaties en de manier waarop zij zijn ingegaan op de film. Gematigde, waardige reacties, hoewel men natuurlijk ook aangeeft het volstrekt oneens te zijn met de inhoud en de strekking van de film. In het kabinet is ook het woord trots gebruikt; trots op mensen die op deze manier inspelen op de discussie. En dat is ook precies de manier die we nodig hebben. In dit land redden we het alleen maar als mensen van goede wil elkaar ontmoeten, als je elkaar in de ogen kunt kijken, als je problemen kunt benoemen waarin je mensen niet op een hoop gooit, omdat ze toevallig tot een bepaalde religieuze gemeenschap behoren. En ik moet ook zeggen wat ik gisteren ook meemaakte in de uitlatingen van Fouad Sidali, dat waren opmerkingen naar mijn hart. Waarin hij heel goed aangaf dat wanneer je het hebt over extremisme en als je het hebt over terrorisme en over de vreselijke gebeurtenissen dat men ook uit die groep daar radicaal afstand van neemt. En dat is eigenlijk de boodschap die we nodig hebben: mensen van goede wil die afstand nemen van datgene wat niet kan.

Ik heb gisteren in mijn verklaring ook gezegd dat niet de godsdienst het probleem is, maar het gebruiken van de godsdienst als legitimatie voor verderfelijke handelingen. Dat signaal is ook vanuit de moslimorganisatie naar voren gekomen. Ik denk dat het heel goed is dat dat zo is gezegd. Ik ben ook blij dat vanuit de Nederlandse moslimorganisaties een appel wordt gedaan aan vergelijkbare groepen, regeringen in andere landen om op deze manier het debat te voeren en af te zien van geweld. Ik vind dat een belangwekkend signaal.

U heeft vandaag ook gemerkt dat er de nodige verklaringen zijn afgelegd. Een statement van de kant van het voorzitterschap van de Europese Raad. Ik heb zojuist trouwens ook gesproken met mijn collega Jansa, de premier van Slovenië, de huidige voorzitter van de Europese Raad, een verklaring waarin het statement, de visie van de Nederlandse regering, volledig wordt onderschreven. Hetzelfde geluid van de Europese Commissie. Ik heb ook telefonisch contact gehad met de heer Barroso en ook even een dringend signaal van de Raad van Europa. Allemaal signalen waarin steun wordt gegeven aan de visie van de Nederlandse regering. Zelfbewust van de zorgen die leven bij de moslimorganisaties, bij moslimregeringen, bij islamitische landen.

En we zien de eerste signalen al komen. U heeft gezien dat er al signalen zijn uit Indonesië, Bangladesh, Iran en Jordanië. Minister van Buitenlandse Zaken Verhagen heeft contact gehad met zijn Indonesische ambtgenoot om nog eens aan te geven hoe de Nederlandse regering dit alles ziet. En die reacties onderstrepen het belang van een duidelijke stellingname die de afgelopen tijd consequent en helder door de Nederlandse regering is uitgedragen. U weet dat we al een hele tijd bezig zijn om andere landen te informeren over de positie van de Nederlandse regering. We hebben steeds gezegd dat we de inhoud van de film niet weten, maar weet een ding: dat het verhaal van de heer Wilders niet het verhaal is van de Nederlandse regering. En die helderheid moet worden geboden. En ik ben ook blij dat we dat zo nadrukkelijk hebben gedaan.

Daar was ook alle aanleiding voor, want we hebben de afgelopen tijd deze stellingname naar buiten gebracht juist ook op basis van uitlatingen van de heer Wilders zelf over de film en zijn eerdere uitlatingen. En we hebben het ook gedaan omdat we de nodige signalen hadden gekregen vanuit het buitenland en dat gaf ons reden tot zorg. En gelukkig weet men in het buitenland - juist door de informatie die we hebben verstrekt - dat er een groot verschil zit tussen wat de heer Wilders naar voren brengt en wat de visie is van Nederland, de Nederlandse bevolking en de Nederlandse regering. Reacties in Nederland zijn tot nu toe bemoedigend. Gelukkig is het rustig gebleven. En is gekozen voor de weg van waardige reacties, ingaan op de inhoud en afzien van geweld. Veel mensen met goede wil, en dat is noodzakelijk. En ook de regering wil daarop voortbouwen, en daarbij blijven wij vrijheid en respect waarborgen. We blijven alert en dat ziet het kabinet als opdracht voor de komende tijd.

We hebben nu een soort tussenstand. De afgelopen maand stond in het teken van komt er een film ja of nee, wat zou die kunnen omvatten? We hebben de film nu gezien. Ik heb daarover gisteren namens de regering een verklaring over afgelegd, en we zullen nu zien hoe het debat verder loopt. In Nederland goede reacties en ik hoop dat het in het buitenland ook zo zal zijn, maar er is reden voor voortdurende alertheid. Dat was wat ik wilde zeggen naar aanleiding van de besprekingen vandaag in de ministerraad. U heeft ongetwijfeld vragen.