Kabinet: vergoeding bij renovatie voor alle huurders
De ministerraad heeft op voorstel van minister Hirsch Ballin van Justitie en minister Vogelaar voor Wonen, Wijken en Integratie ingestemd met een wetsvoorstel om de huidige minimumtegemoetkoming voor verhuis- en herinrichtingskosten bij renovatie uit te breiden naar alle huurders van zelfstandige woningen. De regeling geldt al voor de sociale huursector en is opgenomen in het Besluit beheer sociale huursector (Bbsh). In verband met de wijziging zal de regeling worden overgebracht van het Bbsh naar het Burgerlijk Wetboek. De aanpassing komt tegemoet aan een wens van de Tweede Kamer om de verhuiskostenvergoeding voor alle huurders te regelen.
Bewoners die als gevolg van renovatie of sloop moeten verhuizen, krijgen van hun verhuurder een tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten van ten minste 5.135,88 euro (het huidige geldende bedrag voor de sociale huursector). Een dergelijke minimumbijdrage geeft huurders zekerheid en bevordert daarmee de medewerking van huurders aan herstructureringsprojecten. Het bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd met het percentage waarmee de consumentenprijzen in het voorafgaande jaar zijn verhoogd.
Overigens geldt de aangepaste regeling niet alleen voor een gedwongen tijdelijke verhuizing wegens renovatie met voortzetting van de huurovereenkomst, maar ook voor een gedwongen definitieve verhuizing waarbij de huurovereenkomst wordt beëindigd. Bij het laatste gaat het om opzegging van de huur van een zelfstandige woning omdat de eigenaar de woning dringend nodig heeft voor eigen gebruik wegens renovatie of omdat deze de krachtens een bestemmingsplan op het verhuurde liggende bestemming wil verwezenlijken.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.