Antwoorden op kamervragen over 'Mosquitos'
Vragen van de leden Leijten en Langkamp (beiden SP) over het toepassen van Mosquito’s. (Ingezonden 6 februari 2008)
- Antwoorden van minister Ter Horst, mede namens de Minister voor Jeugd en Gezin, op de schriftelijke vragen die zijn gesteld door de leden Leijten en Langkamp (beiden SP) over het toepassen van mosquito’s (ingezonden op 6 februari 2008).
- Antwoorden van minister Ter Horst, mede namens de Minister voor Jeugd en Gezin, op de schriftelijke vragen die zijn gesteld door het lid Leijten over de mosquito’s (ingezonden op 18 februari 2008).
Vraag 1
Deelt u de mening dat de werkende Mosquito’s, die gemeenten hebben opgehangen om hangjongeren te verdrijven, moeten worden uitgeschakeld in afwachting van de resultaten van het door u aangekondigde onderzoek naar de grondwettelijkheid van de Mosquito’s? 1) Zo ja, wilt u de gemeenten hiervan op de hoogte stellen? Zo neen, waarom niet?
Vraag 2
Deelt u de mening dat het niet wenselijk is dat gemeenten in afwachting van de resultaten van dit onderzoek overgaan tot de aanschaf van Mosquito's? Zo ja, gaat u de gemeenten hierover informeren? Zo neen, waarom niet?
Vraag 3
Welke juridische gevolgen kan het continueren van de signalen hebben, mocht blijken dat de Mosquito’s ongrondwettelijk zijn?
Vraag 4
Op welke termijn kan de Kamer de resultaten van dit onderzoek verwachten?
Antwoord op vragen 1 tot en met 4
Het gebruik van de zogenoemde mosquito is er op gericht een bepaalde groep mensen tot gedragsverandering te brengen, namelijk het zich verwijderen van een bepaalde plaats, en heeft ook een voor dat doel geschikte intensiteit. Uit onderzoek is gebleken dat bij normaal gebruik van de mosquito’s deze niet tot gehoorschade leiden (zie ook het antwoord op vraag 1 en 2 2070811950). De vraag is inderdaad of er een (grond)wettelijke basis bestaat of dient te bestaan voor het gebruik van de mosquito’s. Tegen deze achtergrond ben ik voornemens te bezien of de inzet van dit instrument noodzakelijk is ten behoeve van het ermee beoogde doel en binnen welke randvoorwaarden het gebruik van het instrument geoorloofd is. Omdat het nieuwe technologie betreft is er tijd nodig om te bezien of er een adequate grondslag voor bestaat en indien nodig op welke wijze deze alsnog kan worden gecreëerd. Daarbij betrek ik uiteraard ook eventuele grond- en mensenrechtelijke aspecten. Vooralsnog lijkt het erop dat een adequate landelijke regeling hieromtrent wenselijk is, maar voor de zomer zal ik uw kamer over het resultaat van mijn verkenning informeren. Vooruitlopend daarop zie ik geen aanleiding om maatregelen te nemen tegen het gebruik van het instrument. Immers, de beperking in de bewegingsvrijheid is gering, er is geen sprake van gehoorschade en het effect van het instrument blijkt goed te zijn. Wel ben ik van mening dat, ook nu al, het gebruik van het instrument zorgvuldig overwogen en passend binnen een breder jeugd- en veiligheidsbeleid dient te zijn. Ik zal de gemeenten hierover informeren.
Overigens zal de Commissie Veiligheid en Persoonlijke Levenssfeer (Commissie Brouwer), waarnaar ik in de beantwoording van eerdere kamervragen heb verwezen, in de beantwoording van dit vraagstuk bij nader inzien geen rol spelen. Zij heeft namelijk tot taak om in breder verband een kader te bieden voor de wijze waarop in de toekomst op technologische ontwikkelingen kan worden geanticipeerd met het oog op de regulering van, voorlichting over, werkwijzen bij en indien nodig protocollering van de omgang van persoonsgegevens. Daarvan is in het geval van het gebruik van de mosquito geen sprake.
1) Aanhangsel Handelingen nr. 1196, vergaderjaar 2007-2008
Vragen van het lid Leijten (SP) over de mosquito’s. (Ingezonden 18 februari 2008)
Vraag 1
Wat is uw opinie over het TV-item 1) over de mosquito? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 2
Wat is uw mening over de gehoorschade voor jongeren? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord op vragen 1 en 2
Ik heb kennis genomen van het TV-item, waarin vermeld is dat er kritiek is geuit op het gebruik van de mosquito, gelet op mogelijke gehoorschade en mogelijke inbreuk op persoonlijk welzijn. TNO heeft in 2006 in opdracht van de Nederlandse importeur akoestisch onderzoek verricht naar de mosquito. Dit onderzoek geeft inzicht in het geluidsdrukniveau van de mosquito. Er is in dit rapport een voorzichtige conclusie getrokken wat betreft eventuele gehoorschade. Ik heb het rapport voorgelegd aan een audioloog van het LUMC, dr. ir. J.A.P.M. de Laat. Hij geeft, op basis van de gegevens in het TNO-onderzoek, hetgeen bekend is volgens de literatuur en na raadpleging van collega-deskundigen, aan dat er geen risico is op gehoorschade bij het "normale" gebruik van de mosquito, als men niet langer dan één uur op tenminste 2 meter en nog liever 4 à 8 meter van de mosquito blijft. Ik zal gemeenten ook hierover informeren en adviseren de mosquito alleen te gebruiken op plaatsen waar in de onmiddellijke omgeving van de mosquito normaal gesproken mensen niet enige tijd hoeven te verblijven.
Vraag 3
Bent u van mening dat er een wettelijke basis is voor de mosquito? Zo ja, welke? Zo neen, wat gaat u ondernemen richting de 60 gemeenten die mosquito’s hebben hangen?
Vraag 4
Bent u van voorts mening dat het ophangen van de mosquito in gemeenten instemming behoeft van de gemeenteraad als dit in de openbare ruimte gebeurt? Zo ja, wat is uw oordeel over gemeenten zoals Zwolle, Amersfoort en Haarlem waar de gemeenteraad niet meebesliste over de komst van mosquito’s? Zo neen, waarom niet?
Vraag 5
Wanneer is het onderzoek naar de grondwettelijkheid van de mosquito’s afgerond? (2)
Antwoord op vragen 3, 4 en 5
Zoals ook geantwoord is op de vragen met kenmerk 2070810610 van de leden Leijten en Langkamp zal een verkenning worden gedaan naar de inzet van het instrument en of er een grondslag voor bestaat of nodig is, dan wel op welke wijze een dergelijke grondslag alsnog kan worden gecreëerd. Daarbij zullen ook eventuele grondrechtelijke en mensenrechtelijke aspecten worden betrokken.
Wat betreft de instemming van de gemeenteraad, voorafgaand aan het ophangen van mosquito’s in de openbare ruimte, zie ik vooralsnog geen reden dit te verplichten, maar het is wel aan te raden dat de gemeente op zeer zorgvuldige wijze komt tot besluitvorming hieromtrent en instemming door de gemeenteraad kan hiertoe bijdragen. Ook het inpassen van de mosquito in een breder jeugd- en veiligheidsbeleid en een zorgvuldige verkenning naar mogelijke alternatieven, zal recht doen aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit waaraan besluitvorming zal moeten voldoen.