Afscheidsseminar van de directeur van het CILC
Geachte voorzitter, dank voor deze boeiende introductie. Geachte overige aanwezigen, Beste Kees,
Het Ministerie van Justitie draagt een zwaarwegende verantwoordelijkheid voor een veilige en rechtvaardige samenleving. En de basis hiervoor is de rechtsstaat. Daarbij gaat het erom dat de staat zichzelf gedragsregels oplegt en zich daar ook aan houdt. Dit beginsel vormt de grondslag voor onze Nederlandse staatsinrichting en is gelukkig inmiddels ook gemeengoed in vele andere landen.
Elk land heeft hier een eigen invulling aan gegeven met een eigen systematiek maar uiteindelijk komt het op hetzelfde neer: de staat is gebonden aan zijn eigen regels.
Zijn er graadmeters voor de rechtsstatelijkheid van een land? Dat geldt in elk geval voor zaken die niet met een rechtsstaat verenigbaar zijn zoals - behalve het recht van de sterkste, ongelijke kansen, machtsmisbruik, chaos, failed states, maffia – het fenomeen corruptie. De Transparancy Index meet wereldwijd de corruptiegraad door onder andere te kijken naar Non-Governmental Organizations en ondernemers. Daarnaast kennen we de zogenaamde World Wide Governance Indicators van de Wereldbank waar zaken als de rule of law én corruptie gemeten worden. Dit instrument is gebaseerd op gezamenlijk werk van de onderzoekers Kaufmann, Kraay en Mastruzzi. Zij hebben zes sleuteldimensies geïdentificeerd, te weten:
1. voice and accountability;
2. political stability and lack of violence;
3. governmental effectiveness;
4. regulatory ability;
5. rule of law and
6. control of corruption.
Het is in mijn ogen een interessant onderzoek, temeer omdat er bronnen worden gebruikt van ruim 30 organisaties (variërend van de EBRD t/m de Economist Intelligence Unit) én omdat de rule of law als een aparte categorie gemeten wordt. Er komt uit de metingen dan ook een zeer genuanceerd beeld naar voren.
Als toehoorder wilt u waarschijnlijk graag weten waar wij in dit opzicht zelf staan. Nu is dit niet direct relevant voor de rest van mijn betoog, maar Nederland scoort goed in deze index. Bijna net zo goed als de koploper Noorwegen. Landen als Afghanistan en Pakistan, Sierra Leone en Guinnee Bissau bungelen onderaan. Voor de nieuwsgierigen onder u: het complete onderzoek is te downloaden van internet.
Dames en heren,
Dit kabinet heeft als een van zijn speerpunten het versterken van de internationale rechtsorde. En op dit gebied hebben meerdere ministers ambities.
Zo vraagt minister Koenders van Ontwikkelingssamenwerking aandacht voor fragiele staten. Daarnaast moet er meer aandacht komen voor gelijke rechten voor vrouwen, voor milieu en energie en voor groei en de verdeling van groei.
Het buitenlands beleid van minister Verhagen legt veel nadruk op de mensenrechten. Denk aan: afschaffing van de doodstraf, een absoluut verbod op marteling en het bevorderen van vrouwen- en kinderrechten. Maar ook aan het stimuleren van de vrijheid van meningsuiting, het voorkomen van discriminatie en het bevorderen van mensenrechten in het kader van het veiligheidsbeleid en contraterrorisme.
Als minister van Justitie hecht ik veel waarde aan de rechtsstatelijkheid binnen de Europese Unie. Het succes van onderlinge afspraken, zoals een Europees arrestatiebevel hangt bijvoorbeeld nauw samen met het vertrouwen van de burger in de werking van de rule of law en de mensenrechten in een andere EU-lidstaat. Maar ook in de landen rondom de EU is het voor Nederland van groot belang dat het beginsel van de rechtsstaat voldoende gerespecteerd wordt. Spill-over effecten zoals migratie en criminaliteit kunnen voor ons een onwenselijke invloed hebben. Bovendien resulteert juridische samenwerking vrijwel altijd in een verdieping van de bilaterale betrekkingen.
Ook is het uiterst relevant voor de BV Nederland dat in ‘opkomende markten’ een rechtsstatelijk karakter aanwezig is. Een ondernemer wil per slot van rekening weten of de rechten uit zijn contract afdwingbaar zijn, als hij investeert in Brazilië, Rusland, India of China.
Ik zie hier een grote rol weggelegd voor Nederland en maak geen geheim van onze ambities om van Den Haag, de Legal Capital of the World te maken. Internationaal recht en Nederland moeten voortaan in één adem genoemd worden. Kortom, genoeg redenen waarom Justitie internationaal aan de weg moet timmeren.
De afgelopen jaren heeft Justitie zich in diverse landen gericht op capaciteitsopbouw. Qua landenkeuze lag het accent daarbij in de sfeer van toetreding tot de Europese Unie maar ook ging aandacht uit naar landen waarin allochtone Nederlanders hun oorsprong vinden, zoals Turkije, Marokko en Suriname. Gezien vanuit het bredere Justitiebelang is dat een logische en verdedigbare keuze. In bijna alle gevallen geschiedt de capaciteitsopbouw in projectvorm waarbij allerlei experts het veldwerk verrichten. U denkt daarbij in eerste instantie wellicht aan rechters en officieren van justitie maar we bewegen ons op meerdere terreinen. Laat ik enkele concrete voorbeelden noemen:
1. Op aanvraag van de Surinaamse autoriteiten hebben deskundigen van het bestuursdepartement, de Universiteit van Tilburg, de reclassering en onze Dienst Justitiële Instellingen onlangs aanbevelingen uitgebracht voor een beter regime in de Surinaamse gevangenissen.
2. Met de Roemeense en Bulgaarse autoriteiten werken we intensief samen tegen mensenhandel en mensensmokkel.
3. In Litouwen heeft ons Forensisch Instituut (NFI) ervoor gezorgd dat het Litouwse Police Forensic Science Centre in het najaar van 2007 internationale accreditatie heeft gekregen volgens de ISO/IEC-standaarden.
4. Met Marokko is een Memorandum of Understanding gesloten voor samenwerking in het gevangeniswezen. Naast het belangrijke project van CILC inzake de nieuwe Marokkaanse familiewet, zijn ook de IND en KLPD actief bij de capaciteitsopbouw en zelf zal ik eind mei naar Marokko reizen om te bezien of de samenwerking nog intensiever kan.
5. Met het Kroatische Ministerie van Justitie werken we aan de oprichting van een Strategic Development Unit om de rechterlijke macht te hervormen. Zo kan de nuttige ervaring die is opgedaan bij de hervorming van de Nederlandse rechtspraak in de periode 1998-2002, met onze Kroatische partners worden gedeeld.
6. Experts van het Openbaar Ministerie en de Directie Wetgeving zijn in Bulgarije actief met de versterking van het Bulgaarse OM.
7. En de Raad voor de Rechtspraak wil samen met het CILC de Turkse regionale beroepsinstanties gaan ondersteunen.
8. Verder denk ik aan onze betrokkenheid bij de aankomende EU-missie in Kosovo. Mijn ministerie heeft ook voor de versterking van de rule of law daar Nederlandse experts beschikbaar.
Overigens zou ik nog willen opmerken dat we momenteel veel Justitieknowhow inzetten bij de staatkundige hervormingen in de Nederlandse Antillen, binnen het Koninkrijk der Nederlanden dus.
Justitie is dus actief met veel verschillende soorten van capaciteitsopbouw in veel verschillende landen. Onze activiteiten dragen – direct of indirect - bij aan de versterking van de rechtsstaat of de mensenrechten. We zijn actief in landen die redelijk scoren bij de graadmeting van de rechtsstaat maar ook in landen waar dat veel minder het geval is. Wat opvalt, is dat de keuze voor een land of een soort project op zichzelf weinig zegt over het succes.
Het succes van de projecten valt of staat vaak bij de kwaliteit van het projectmanagement. Daarbij denk ik aan de kunst van het definiëren van het probleem en van het maken van een constructief plan van aanpak maar ook aan kritische evaluaties en transparant financieel beheer. Bij de totstandkoming en uitvoering van de projecten zijn organisaties als het CILC onontbeerlijk. Kennis en ervaring van de CILC-projectmanagers zijn veelal doorslaggevend geweest voor het succes dat Justitie boekte bij buitenlandse projecten. Daarvoor ben ik Kees en zijn team dan ook zeer erkentelijk.
Dames en heren,
Het CILC is voor justitie een zeer belangrijke partner bij het bevorderen van de rechtstaat, wellicht zelfs de primus inter pares.
Ook andere in Nederland gevestigde organisaties zijn op projectbasis actief bij het bevorderen van de rechtstaat. Natuurlijk is er soms sprake van overlap in kennis en ervaring tussen de verschillende organisaties. Maar door de bank genomen dekken de organisaties elk een eigen - relevante - niche. En ik meen dat het CILC uniek is op het gebied van de international legal cooperation. Aan onze samenwerking hecht ik dan ook buitengewoon veel waarde. Het werk dat we doen is belangrijk, voor anderen maar niet in de laatste plaats ook voor Nederland zelf.
Dames en heren,
Kees Kouwenaar startte vijf jaar geleden als directeur van het CILC. In diezelfde periode mocht ik als voorzitter van het CILC met hem werken. Ik herinner me een buitengewoon constructieve en bovenal zeer prettige samenwerking. Ik heb begrepen dat hij zich in zijn nieuwe functie wederom zal gaan inzetten voor internationale samenwerking, nu vanuit de Vrije Universiteit. Ik beschouw het als een verlies voor het CILC, al troost ik me met de wetenschap dat hij het CILC stevig op de kaart heeft gezet. De VU mag blij zijn met haar nieuwe aanwinst. Ik wens hem alle goeds toe in zijn nieuwe functie.