Publieke belangen leiden tot selectief gebruik van Schiphol.
Het Schipholbeleid voor de lange termijn moet gebaseerd zijn op nationale publieke belangen. Schiphol moet daarbij zorgen voor de optimale bereikbaarheid, waarbij voldaan wordt aan de nationale belangen van zowel economie als milieu. Een selectief gebruik van Schiphol en de overige Nederlandse luchthavens is de beste oplossing om deze optimale bereikbaarheid te realiseren. Het is aan de politiek om heldere keuzes te maken in de afweging van deze nationale belangen. Dit schrijven de Raad voor Verkeer en Waterstaat en de VROM-raad aan Minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat over de langetermijnontwikkeling van Schiphol.
In zijn advies ‘Helder kiezen, keuzes helder maken’ adviseert de Raad voor Verkeer en Waterstaat over de langetermijnverkenning Schiphol die de Minister van Verkeer en Waterstaat 20 maart 2008 naar de Tweede Kamer heeft gezonden.
Na de mythe van de dubbeldoelstelling uit 1995 en het toestaan van groei van Schiphol binnen vaste milieurandvoorwaarden in 2003, pleit de Raad voor een ander uitgangspunt voor het Schipholbeleid. Het gebruik van Schiphol en de overige Nederlandse luchthavens moet zorgen voor de gewenste mate van bereikbaarheid waarbij voldaan wordt aan de publieke nationale belangen economie en milieu. De omvang van Schiphol volgt uit deze nationale belangen en niet uit het bedrijfsbelang van Schiphol.
De gewenste mate van bereikbaarheid vereist een politieke keuze in de afweging tussen economie en milieu. Deze afweging dient continu plaats te hebben zonder vaste economische en milieurandvoorwaarden. Naar de mening van de Raad dient maximale groei van Schiphol het milieubelang niet en vergaande krimp de economie niet.
De Raad pleit daarom voor selectief gebruik van Schiphol en de overige Nederlandse luchthavens. Dat kan door niet hubgebonden luchtvaartsegmenten uit te plaatsen uit Schiphol. Chartervluchten, low cost carriers en vliegtuigen die alleen vracht vervoeren, komen hiervoor in aanmerking. Voor uitplaatsing kunnen regionale luchthaven, militaire luchthavens en mogelijk ook buitenlandse luchthavens worden gebruikt. De Raad adviseert tevens om prioriteit te geven aan die bestemmingen en frequenties die nodig zijn voor de benodigde bereikbaarheid van Nederland.
Voor de realisatie van selectief gebruik van Schiphol en de overige Nederlandse luchthavens ziet de Raad een grote rol voor het Rijk weggelegd.
Naast selectief gebruik van luchthavens pleit de Raad ervoor bij de totstandkoming van het langetermijnbeleid voor Schiphol rekening te houden met de effecten van huidig en toekomstig CO2-beleid op de vraag naar luchtvaart.
Om de betrouwbaarheid van de vliegoperaties op Schiphol te verhogen kan aanleg van de 6e baan (parallelle Kaagbaan) belangrijk zijn. De Raad adviseert derhalve de ruimtelijke reservering van deze baan te verlengen. Naar de mening van de Raad zou het dan mogelijk moeten zijn een andere baan te sluiten.