Persconferentie na de ministerraad, 20 maart 2008
Toelichting minister-president Balkenende op de besluitvorming in de ministerraad. Hij gaat (o.a.) in op de mensenrechten in China en de Olympische Spelen, de Nederlandse bijdrage aan de missie in Kosovo en de investeringen in het openbaar vervoer van de Noordelijke Randstad.
Minister-president Balkenende:
We hadden vandaag een betrekkelijk korte ministerraad. We hebben stilgestaan bij de ontwikkelingen in Tibet. U herinnert zich nog het Vragenuurtje van deze week toen staatssecretaris Timmermans is ingegaan op de positie van de Nederlandse regering. Er is ook een gesprek geweest met de Chinese ambassadeur. Dat is ook allemaal in het nieuws geweest. We hebben nog eens tegen elkaar gezegd dat wij de situatie zorgwekkend vinden, dat het ons gaat om dialoog, om vreedzame demonstraties. Het heeft ook te maken met openheid. En daarom is het ook goed dat het gesprek heeft plaatsgevonden met de ambassadeur. Het gaat om mensenrechten, het gaat om rechtstatelijkheid. Dat is overgebracht. U weet dat er ook een verklaring van de Europese Unie is opgesteld. En Nederland heeft het initiatief genomen dat die verklaring ook aan de orde komt in de mensenrechtenraad van de Verenigde Naties. In het verlengde daarvan speelt natuurlijk de discussie rondom de Olympische Spelen. Het thema mensenrechten is in het geding. Het staat ook hoog op de politieke agenda.
Ik heb al eerder gezegd: in 2004 was ik in China. Dat was toen ter voorbereiding van ons voorzitterschap. Ik heb toen ook met de president en de premier van China gesproken over dit onderwerp. Het is mijn overtuiging dat engagement altijd beter is dan isolatie. Je hebt elkaar nodig in gesprek. Je moet kunnen wijzen op zaken. Het draait op dit moment om de sport en de sporters. Ik geloof dat het niet goed zou zijn wanneer zij een onderdeel zouden zijn van een discussie die eigenlijk op een ander niveau hoort te spelen. En de politiek dient in gesprek met China te blijven, op allerlei niveaus en op allerlei gelegenheden. Het land dat de Spelen organiseert ligt onder een vergrootglas van de rest van de wereld. En dat betekent dan ook dat zaken aan de orde moeten worden gesteld.
Verder hebben we vandaag gesproken over Kosovo. U heeft mogelijk al de berichten gezien dat Nederland zal meewerken aan een civiele EU-missie in Kosovo, die heet EULEX. En de bedoeling is om te werken aan de opbouw van een stabiele rechtsstaat na het uitroepen van de onafhankelijkheid door Kosovo. Er is veel aan de hand. En het is onze vaste overtuiging dat ook ondersteuning geboden moet worden. Dat heeft te maken met stabiliteit op de Balkan, hoe moeilijk dat ook is. Het gaat om de sterkte van politie en justitie ter bestrijding van grensoverschrijdende misdaad en illegale migratie. Nederland zal zo'n 40 tot 60 mensen in gaan zetten. Expertise van marechaussee, politie en justitie. En daarnaast dus mogelijk een gezamenlijke politie-eenheid met Frankrijk.
Dan is nog gesproken over de Randstad. Het programma 'Randstad Urgent' waar minister Eurlings de eerste verantwoordelijkheid voor heeft. We hebben het natuurlijk gehad over de versterking van het openbaar vervoer en het bedrag van 1,3 miljard dat beschikbaar is voor het openbaar vervoer in deze vleugel. Zeshonderd miljoen komt ter beschikking voor het oplossen van knelpunten op de korte termijn bij het spoor. Het gaat dan om de verbinding Schiphol-Amsterdam en de uitbreiding van de Flevolijn. Dat zijn een paar punten die ik u nu noem, maar straks kunt naar Nieuwspoort en daar zal minister Eurlings een persconferentie geven over dit onderwerp.
En aansluitend daaraan zal minister Verburg een persconferentie geven over het rapport van de heer Hoekstra en dat betreft de Voedsel- en Warenautoriteit. Daar zal ik verder niet op ingaan. U heeft in ieder geval nog twee andere persconferenties hierna te gaan. Dit even naar aanleiding van de zaken die vandaag in de ministerraad aan de orde waren.