Brief van de staatssecretaris aan de Tweede Kamer over NOVA uitzending Antillen

In de regeling van werkzaamheden van dinsdag 4 maart jl. is naar aanleiding van een uitzending van het televisieprogramma NOVA van de avond ervoor verzocht om uitleg over ambtelijke dienstreizen, reizen van gemeenteambtenaren en van politici naar de Nederlandse Antillen en Aruba. Voorts wordt gevraagd naar het mogelijk handmatig bijhouden van gevangenisstraffen door de directeur van de gevangenissen op Sint Maarten. De vragen zijn tevens aan de Minister van Justitie gericht, maar aangezien alle vragen mijn beleidsterreinen betreffen, zal ik deze beantwoorden.

Algemeen

De relaties binnen het Koninkrijk kenmerken zich door veel samenwerking. In zijn algemeenheid zijn er veel contacten met de Nederlandse Antillen en Aruba als gevolg van de uitvoering van reguliere samenwerkingsprogramma’s, de uitwerking van de afspraken die zijn gemaakt ten behoeve van de staatkundige verandering, en de noodzakelijke reguliere contacten tussen de partners in het Koninkrijk. Hierbij dient een onderscheid gemaakt te worden tussen technische assistentie enerzijds, en intensieve politieke en ambtelijke contacten ten behoeve van onderhandelingen, overleg en de uitvoering van koninkrijkstaken anderzijds. Technische assistentie laat ik hier verder buiten beschouwing.

In de eerste plaats zijn er bezoeken als gevolg van afspraken in het kader van het staatkundig proces die eind 2006, begin 2007 zijn gemaakt. Hierbij gaat het om onderhandelingen over de uitwerking van de gemaakte afspraken, het verbeteren van het financieel beheer op de eilanden, het verlenen van ondersteuning voor de kabinetten van de gezaghebbers ten behoeve van een versterking van de bestuurskracht, en fact finding missies van vakdepartementen naar Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

In de tweede plaats vinden er bezoeken aan de eilanden plaats als gevolg van samenwerkingsprogramma’s. Er wordt onderhandeld over de totstandkoming en voortgang van programma’s zoals het Sociaal-Economisch Initiatief (SEI), het Onderwijsprogramma en het Plan Veiligheid Nederlandse Antillen (PVNA).

Ten derde vloeit er een aantal bezoeken voort uit reguliere contacten en samenwerking tussen Nederland en de Nederlandse Antillen en Aruba. Zo is er overleg tussen wetgevingjuristen (bijvoorbeeld over de uitvoering van internationale verdragen); bestaan er afspraken over specifieke ondersteuning (bijvoorbeeld over de inspectie van de gezondheidszorg); is er op een aantal terreinen sprake van twinning (bijvoorbeeld de brandweer en de rampenbestrijding).

Tenslotte brengt de uitvoering van specifieke taken vanwege het koninkrijk jaarlijks een aantal bezoeken voor de betreffende departementen met zich mee. Het gaat hier om taken op het gebied van de buitenlandse betrekkingen (Buitenlandse Zaken), de kustwacht en militaire aanwezigheid ter plekke (Defensie) en zaken omtrent het vliegverkeer en de scheepvaart (Verkeer en Waterstaat). Voor alle contacten geldt dat in toenemende mate gebruik gemaakt wordt van videoconferencing.

Ten aanzien van de vraag over de bezoekende gemeenteambtenaren kan ik de Kamer geen informatie verschaffen. Dit is een verantwoordelijkheid van de betreffende gemeenten zelf.

Dienstreizen

In 2007 hebben er vanuit de Rijksoverheid in totaal 16 reizen naar de Antillen en Aruba plaatsgevonden met een politiek karakter. Daarnaast zijn er 135 ambtelijke missies geweest [1]. Ongeveer de helft hiervan vond plaats ten behoeve van afspraken in het staatkundig proces. In de bijlage is een overzicht opgenomen uitgesplitst naar departement.

Coördinatie

De coördinatie van politieke en ambtelijke reizen naar de Antillen en Aruba verloopt in principe via het ministerie van BZK en de Nederlandse Vertegenwoordiging in de Nederlandse Antillen en in Aruba. Met de gemaakte afspraken over de staatkundige hervormingen en intensivering van de relaties als gevolg is het aantal dienstreizen in 2007 logischerwijs toegenomen. Ten aanzien van de reizen in het kader van het staatkundig proces zijn interdepartementaal afspraken gemaakt om deze zoveel mogelijk te spreiden in afstemming met het ministerie van BZK. Tevens dienen deze missies aan te vangen met een briefing op de Vertegenwoordiging van Nederland ter plaatse. Ten aanzien van de reizen die voortvloeien uit reguliere contacten bestaat een eigen verantwoordelijkheid voor het betreffende departement.

Gevangenis

De tweede vraag die de heer Brinkman stelt betreft het mogelijk handmatig bijhouden van gevangenisstraffen op Sint Maarten en dat gedetineerden daardoor mogelijk langer dan hun veroordeling in de gevangenis verblijven en hoe het hiermee op Curaçao en Aruba gesteld is. Dit betreft een verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie van de Nederlandse Antillen respectievelijk de Minister van Justitie van Aruba.

DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,

drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten

[1] Op basis van dezelfde gegevens die NOVA zijn geleverd wordt door inhoudelijke clustering in delegaties en uitsplitsing naar politieke en ambtelijke missies een andere verdeling verkregen. Het totaal aantal personen is echter ongewijzigd.