Kabinet gaat in cassatie tegen uitspraak hof over SGP
De ministerraad heeft op voorstel van minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties besloten beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Den Haag van 20 december 2007 over de SGP. In deze uitspraak oordeelde het Hof dat de Staat maatregelen moet treffen die ertoe leiden dat de SGP het passief kiesrecht toekent aan vrouwen. Het Hof neemt daarbij de uitspraak van de Raad van State van 5 december 2007 in acht, die oordeelde dat het stopzetten van de subsidieverlening aan de SGP onterecht was. De subsidieverlening is intussen hervat.
Met het instellen van het cassatieberoep geeft het kabinet geen inhoudelijk oordeel over de praktijk van de SGP. Redenen voor het in cassatie gaan zijn het belang van rechtsvorming en rechtszekerheid en de wens over diverse punten uit de Hofuitspraak opheldering te verkrijgen. In de kern gaat het dan om de volgende punten:
- de reikwijdte van diverse grondrechten en de onderlinge verhouding daartussen, in het bijzonder het discriminatieverbod en het passief kiesrecht enerzijds en de vrijheid van godsdienstuiting, meningsuiting en van vereniging anderzijds;
- de verhouding tussen rechter, wetgever en politieke partijen. Het is nog niet voorgekomen dat een rechter beslist dat de wetgever gehouden is in te grijpen in een politieke partij vanwege inhoudelijke opvattingen. Het gaat hier om de principiële vraag hoever de vrijheid van politieke partijen gaat/moet gaan;
- het verschil tussen de uitspraken van het Hof (civiel) en die van de Raad van State (bestuursrechtelijk), ook al neemt het Hof de uitspraak van de Raad van State in acht voor zover het betreft het punt van de subsidieverstrekking.