Inzet Nederlandse marine voor bescherming humanitaire hulp Somalië tegen piraterij
De ministerraad heeft op voorstel van minister Verhagen van Buitenlandse Zaken, minister Van Middelkoop van Defensie en minister Koenders voor Ontwikkelingssamenwerking besloten om een luchtverdedigings- en commandofregat van de Koninklijk Marine, de Hr. Ms. Evertsen, in te zetten in de wateren rond de Hoorn van Afrika voor de bescherming tegen piraterij van zeetransporten van humanitaire hulpgoederen voor Somalië. De inzet gebeurt op verzoek van het World Food Programme (WFP) en duurt van eind maart tot eind juni 2008.
Een groot deel van de Somalische bevolking is afhankelijk van voedselhulp, maar de zeetransporten zijn meerdere keren overvallen door piraten die losgeld eisen voor de schepen en hun bemanning. De VN Veiligheidsraad heeft tot bescherming van de WFP-schepen opgeroepen in resolutie 1772 van 20 augustus 2007 en resolutie 1801 van 20 februari 2008. Vanaf november 2007 is deze taak verricht door de Franse marine, waarna de Deense marine het in januari overnam. Dankzij de escortes worden de transporten veilig gesteld en kan de voedselhulp de bevolking weer bereiken.
Het kabinetsbesluit maakt deel uit van de 3D-benadering waarbij diplomatie, ontwikkelingssamenwerking en de bevordering van veiligheid gezamenlijk worden ingezet. De humanitaire nood in Somalië kan dan beter worden aangepakt.
Voor de inzet van de Hr. Ms. Evertsen in de Somalische kustwateren wordt een overeenkomst gesloten met de regering van Somalië. Het fregat heeft een bemanning van circa 170 personen, die voor deze missie wordt versterkt met een beveiligingsteam van het Korps Mariniers.
Nederland heeft in 2007 bijna 9 miljoen euro uitgegeven aan humanitaire hulp voor Somalië. Dit jaar staat een bijdrage van 8 miljoen euro gepland.