Landelijke koploperovereenkomst lesbisch- en homo-emancipatiebeleid ondertekend
Minister Plasterk van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft woensdag 5 maart samen met de wethouders van de vier grote steden in Nederland een koploperovereenkomst lesbisch- en homo-emancipatiebeleid ondertekend . Dit gebeurde in aanwezigheid van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Máxima der Nederlanden in de Paleiskerk in Den Haag.
De overeenkomst moet bijdragen aan een betere sociale acceptatie van homoseksualiteit onder de Nederlandse bevolking en aan een krachtige bestrijding van discriminatie, intimidatie en geweld tegen homoseksuelen. Om dit te bereiken zullen de vier koplopergemeenten (Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag) de komende jaren intensief samenwerken, ervaringen uitwisselen en samen knelpunten oplossen. Hiervoor is per koplopergemeente een bedrag van 200.000 euro beschikbaar. De koploperovereenkomst is een van de eerste belangrijke resultaten van de nota ‘Gewoon homo zijn’, waarin het landelijk lesbisch- en homo-emancipatiebeleid van 2008 tot 2011 wordt beschreven.
Rotterdam gaat onder meer de strijd aan met eerwraak tegen homoseksuelen en er wordt voorlichting gegeven over seksuele diversiteit op middelbare scholen door middel van theater. Op buurtniveau vindt deze voorlichting plaats voor allochtone mannen. Het geld van het OCW wordt gebruikt voor verdere profilering van het COC en om de samenwerking tussen homo-organisaties en migranten- en zelforganisaties te bevorderen.
Utrecht heeft een actieplan veiligheid, zichtbaarheid en acceptatie homoseksuelen. Door het vergroten van maatschappelijke acceptatie van homoseksuelen moet de veiligheidssituatie, bijvoorbeeld in horeca en openbare ruimte, verbeteren. Ook steunt Utrecht evenementen als het Midzomergrachtfestival, een jaarlijks cultureel festival over homoseksuele thema's. Op 21 maart organiseert de gemeente een hoorzitting ‘anti-discriminatie van homoseksuelen’.
In Den Haag wordt ingezet op voorlichting over homoseksualiteit op scholen in het basis- en middelbaar onderwijs. Docenten krijgen hiervoor training en ondersteuning. Tevens wil men door middel van dialoogbijeenkomsten met geestelijk leiders en andere sleutelfiguren positieve erkenning van homoseksualiteit stimuleren. En er komen specifieke trainingen voor hulpverleners die homoseksuelen zullen begeleiden.
Amsterdam wil een specifieke aanpak van geweld tegen homo’s. Momenteel doet Amsterdam verder onderzoek naar dadermotieven. Verdere voorstellen zijn ondermeer publiekscampagnes over het nut van aangiften en meldingen, stadsgesprekken over homo- en andere vormen van discriminatie, ontwikkeling van informele opvangnetwerken in allochtone kring en betere afstemming van voorlichting aan jongeren en hun ouders.