Benchmark luchthavengelden en overheidsheffingen voor de jaren 2003, 2006 en 2007
Onderzoek naar de luchthavengelden, ATC-heffingen en overheidsheffingen op verschillende luchthavens (Schiphol, Brussel, Parijs Charles de Gaulle, Frankfurt, Londen Gatwick, Londen Heathrow, Madrid, München en Zürich) en de ontwikkelingstrends hierin.
Geconcludeerd wordt o.a.:
- Van de negen luchthavens staat Schiphol in de zomer van 2007 op de vijfde plaats als het gaat om totale tariefopbrengsten. Londen Heathrow is veruit het duurst.
- De stijging van de totale tariefopbrengsten tussen 2003 en 2007 op Schiphol wordt voor 43% veroorzaakt door een stijging in de securitygelden. De verhoging van de isolatiekostenheffing en de nieuwe heffing voor niet direct geluidsgerelateerde kosten nemen tezamen 19% van de stijging voor hun rekening. Het restant van de toename wordt veroorzaakt door de passagiersgelden (19%) en de landingsgelden (17%).
- Op Brussel en op Zürich zijn de securitygelden na 2003 fors gestegen (met respectievelijk 76% en 34%).
- Op Schiphol is het verschil in de tarieven tussen O/D- en transferpassagiers het grootst (voor zowel de passagiers- als de securitygelden). Daarnaast wordt op Schiphol geen onderscheid in tarieven gemaakt tussen verschillende bestemmingen, terwijl dit op een aantal andere luchthavens wel gebeurt