Moties VAO Alcoholbeleid

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

VGP/ADT 2827038

29 februari 2008

Tijdens het Voortgezet Algemeen Overleg over Alcoholbeleid op 20 december 2007 zijn
22 moties ingediend, 9 daarvan zijn aangenomen. In deze brief informeer ik u, mede namens de ministers van Jeugd en Gezin en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de wijze waarop het kabinet deze moties voornemens is uit te voeren. Deze brief is tevens een reactie op de brief van uw Voorzitter van 20 december 2007, kenmerk 207-273, waarin zij mij vraagt haar te willen berichten over de uitvoering van de motie Schippers, 27 565,
nr. 44.

De motie Joldersma/Voordewind, 27 565, nr. 36 en motie Bouwmeester c.s., 27 565,
nr. 41
De motie Joldersma/Voordewind vraagt om experimenten met onder meer hogere leeftijdsgrenzen. Dergelijke experimenten kunnen gerealiseerd worden door introductie van een “experimenteerartikel” in de Drank- en Horecawet. Artikel 40 van de vigerende Drank- en Horecawet bepaalt nu dat het lokale overheden niet is toegestaan een verordening te maken ten aanzien van onderwerpen die al in de Drank- en Horecawet zijn geregeld. Omdat de Drank- en Horecawet - in artikel 20 - landelijke leeftijdsgrenzen stelt mogen gemeenten nu dus geen hogere leeftijdsgrenzen opnemen in een verordening . In het “experimenteerartikel” zal worden bepaald dat bij algemene maatregel van bestuur een aantal gemeenten bij wijze van experiment kan worden aangewezen die het wordt toegestaan onder meer de leeftijdsgrens te verhogen en dit experiment binnen twee jaar na inwerkingtreding van de wet te evalueren.

Het kabinet zal in de komende wijziging van de Drank- en Horecawet geen voorstel opnemen om gemeenten een algemene bevoegdheid te geven de leeftijdsgrens voor de verkoop van zwak-alcoholhoudende drank te verhogen naar 18 jaar. Daarmee wordt recht gedaan aan de bedoeling van de motie van Bouwmeester c.s.

De moties Joldersma c.s., 27 565, nr. 37 en 38
Ter uitvoering van motie 37 zal de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in het kader van de uitwerking van het Bestuursakkoord Rijk-Gemeenten gevraagd worden om vóór eind 2008 – in nauw overleg met alle betrokken partijen – een handreiking te ontwikkelen voor veilig alcoholgebruik in buurt- en huiskamerketen, dat wil zeggen de niet-commerciële keten.
Zoals reeds toegelicht in de Hoofdlijnenbrief alcoholbeleid, zullen binnenkort ter uitwerking van het Beleidsprogramma 2007-2011 zogenaamde “Vroeg-op-Stap gesprekken” gevoerd gaan worden met de branche, gemeenten, ouders en jongeren over de sluitingstijden van de horeca. De belangrijkste bevindingen en conclusies van deze gesprekken zullen neergelegd worden in een korte brochure. Ter uitvoering van motie 38 zal de VNG gevraagd worden op basis daarvan te komen met één of enkele model-verordeningen over het koppelen van sluitingstijden aan toegangsleeftijden.

De motie Leijten/Voordewind, 27 565, nr. 40 en Voordewind/Leijten, 27 565, nr. 56
Ter uitvoering van moties 40 en 56 zullen twee interdepartementale werkgroepen worden geformeerd die de juridische mogelijkheden zullen onderzoeken van:

  • beperking van alcoholpromoties gericht op jongeren in bioscopen e.d. en
    het plaatsen van waarschuwingsteksten op labels.

  • Het voornemen bestaat Uw Kamer vóór het einde van dit jaar te informeren over het resultaat van beide onderzoeken.

De motie Bouwmeester, 27 565, nr. 43
Het kabinet geeft de gemeenten bevoegdheden om op lokaal niveau alcoholbeleid te voeren. Het invullen van het sanctiebeleid moet dan ook op lokaal niveau plaatsvinden en niet op landelijk niveau. Het kabinet heeft daarom besloten deze motie niet uit te voeren.

De motie Schippers, 27 565, nr. 44
De regering ziet aanzienlijke nadelen in splitsing van het wetsvoorstel Drank- en Horecawet in één tranche met de voorstellen gericht op lastenverlichting en één tranche met de overige resterende voorstellen van de Hoofdlijnenbrief alcoholbeleid en de wijziging die nodig is om motie 36 uit te voeren. De ervaring leert dat gelijktijdige parlementaire behandeling van twee wetswijzigingen én inwerkingtreding van twee wijzigingswetten vlak ná elkaar, leidt tot verwarring, onduidelijkheid en méér lasten (met name omdat er tweemaal inwerkingtredingskosten zullen zijn).
Het kabinet blijft er derhalve de voorkeur aan geven alle wijzigingen in één wetsvoorstel op te nemen, maar is bereid het wetgevingstraject te bespoedigen door aan deze wetswijziging een hoge prioriteit toe te kennen. Dit zal in de praktijk betekenen dat daartoe een aparte projectorganisatie wordt opgezet en dat er extra capaciteit op wordt ingezet.
Overigens zou spoedige aanbieding van de wijzigingsvoorstellen gericht op lastenverlichting niet eens mogelijk zijn, omdat 3 december 2007 (derhalve ná toezending van de alcoholbeleidsbrief aan Uw Kamer) - op aandringen van de burgemeesters van de G4 – besloten is, de introductie van de Verklaring omtrent het Gedrag (VOG) in de Drank- en Horecawet te heroverwegen. En introductie van de VOG is essentieel voor vereenvoudiging van het vergunningstelsel van de Drank- en Horecawet en daarmee voor de lastenverlichting.

De motie-Van der Ham/Dibi, 27 565, nr. 50
Aan deze motie zal uitvoering worden gegeven door het aspect uitgaansvoorzieningen mee te nemen in de gesprekken tussen het Rijk en de VNG in het kader van de uitwerking van het Bestuursakkoord Rijk-Gemeenten. Of dat ertoe zal leiden dat het rijk initiatieven daartoe zal ondersteunen, zal afhangen van de uitkomst van dat overleg. Het kabinet zal Uw Kamer hierover te zijner tijd nader informeren.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink