Antwoorden op kamervragen van Schermers over het veilig melden van incidenten bij de MIP
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DMC-K-U-2832315
29 februari 2008
Antwoorden op kamervragen van Kamerlid Schermers over het veilig melden van incidenten bij de MIP (20072070810990)
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het artikel 1) ‘Veilig melden moet kunnen’, geschreven als reactie op de recente uitspraak van de rechtbank in Zwolle-Lelystad, waardoor de echtgenoot van een in het Zuiderzeeziekenhuis overleden patiënte inzage krijgt in de zogeheten MIP 2) onderzoeksgegevens (interne verslagen van gesprekken met artsen en verpleegkundigen over het incident), mede vanwege de slechte dossiervorming? Zo ja, herkent u deze problematiek?
Antwoord 2
Ja, het artikel is mij bekend. In het artikel wordt ingegaan op een recente beslissing van de Rechtbank Zwolle-Lelystad dat familie van een overleden patiënt gegevens mag inzien uit het systeem voor Meldingen Incidenten Patiëntenzorg (MIP). De rechter heeft het belang van veilig melden afgewogen tegen het belang van de familie van de overleden patiënt. Omdat het dossier van de patiënt op cruciale punten onvolledig was en het ziekenhuis daardoor niet voldeed aan zijn dossierplicht, willigde de rechter de eis van de familie in.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het mogelijk maken van veilig melden van incidenten bij de MIP, in het kader van kwaliteitsbewaking van groot belang is omdat juist hieruit nieuw en veilig beleid kan voortvloeien?
Antwoord 2
Ja, ik hecht dan ook grote waarde aan het beleidsdocument “Veilig melden”dat door de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering van de Geneeskunde ten behoeve van de ziekenhuissector is opgesteld en door betrokken brancheorganisaties op 1 februari 2007 is ondertekend. Deze vorm van zelfregulering levert mijns inziens een belangrijke bijdrage aan het beleid van veilig melden. Deze uitspraak is naar mijn oordeel geheel in lijn met het beleidsdocument Veilig Melden. Het document is bedoeld om zorginstellingen duidelijk te maken wat het kader voor veilig incident melden is en welke voorwaarden in acht moeten worden genomen. In de préambule van dit document is daartoe neergelegd dat meldingssystemen op een zodanige wijze moeten worden ingericht dat de rechten van de patiënt zijn gewaarborgd. In casu was dat, gelet op het oordeel van de rechtbank niet het geval. De rechterlijke uitspraak is, zoals de schrijvers zelf ook aangeven, in lijn met het beleidsdocument.
Vraag 3
Wat is uw reactie op de suggestie in genoemd artikel om veilig melden in de wet te verankeren, zoals al in het buitenland is gebeurd? Overweegt u om dit op te nemen in de nieuwe patiënten- en cliëntenwet?
Antwoord 3
De uitspraak van de Rechtbank Zwolle-Lelystad sluit geheel aan op het beleidsdocument veilig melden van de sector zelf. Uit oogpunt van bescherming van de rechten van cliënten moeten er aan het systeem van veilig melden vereisten zijn verbonden. Met de uitspraak van de rechtbank is jurisprudentie tot stand gebracht die het beleidsdocument verder invult en daardoor zal versterken. Ik zie geen reden om in reactie op de uitspraak van de Rechtbank een regeling bij wet te treffen om het veilig melden te waarborgen, terwijl het veld zelf via het beleidsdocument al een adequate regeling heeft getroffen.
1) medischcontact.artsennet.nl, 31 januari 2008
2) MIP: Meldingscommissie Incidenten Patiëntenzorg