Alcoholpoli's
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
29 februari 2008
In antwoord op uw brieven van 17 januari 2008 aan mij en mijn collega voor Jeugd en Gezin (beide met kenmerk 2008-VWS-B-005) over alcoholpoli’s voor jongeren, en in vervolg op een toezegging mijnerzijds tijdens het AO Alcoholbeleid op 18 december 2007, bericht ik U, mede namens de minister van Jeugd en Gezin, als volgt.Pilot toezicht Drank- en Horecawet
De volgende gemeenten zijn geselecteerd om aan de Pilot toezicht Drank- en Horecawet deel te nemen:
Aalten, Winterswijk, Oost Gelre en Berkelland
Alkemade en Jacobswoude
Appingedam, Delfzijl en Loppersum
Geertruidenberg en Drimmelen
Hoorn en Enkhuizen
Katwijk
Leeuwarden
Maastricht
Middelharnis, Dirksland, Oostflakkee en Goedereede
Overbetuwe, Duiven, Lingewaard, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar
Spijkenisse, Hellevoetsluis, Brielle, Bernisse en Westvoorne
Steenwijkerland, Kampen, Staphorst en Zwartewaterland
Texel en Den Helder
Utrecht
Vlaardingen
Alcoholpoli’s voor jongeren
In november 2007 hebben Minister Rouvoet en ik een werkbezoek gebracht aan de alcoholpoli van het Reinier de Graaf Gasthuis in Delft. Tijdens dit informatieve bezoek hebben wij een goed beeld gekregen van het werk van dr. Van der Lely bij de begeleiding van jongeren die zijn opgenomen met alcoholproblemen (toezegging ID 2580).
In het AO kwam ook de wenselijkheid ter sprake het aantal alcoholpoli’s voor jongeren uit te breiden. Volgens het verslag van het AO (27 565 nr. 57) zegde ik toe hierover begin dit jaar een gesprek te voeren met kinderarts Van der Lely en het Partnership Vroegsignalering Alcohol en Uw Kamer te informeren over de uitkomst daarvan.
Ook heb ik aangegeven eerst te inventariseren hoe de (na)zorg voor jongeren met alcoholvergiftigingsverschijnselen op dit moment in Nederland geregeld is. Deze inventarisatie is inmiddels klaar en geeft een overzicht van goede praktijkvoorbeelden, waaronder de alcoholpoli in Delft en gezamenlijke initiatieven van ziekenhuizen en verslavingszorg. Er is echter geen landelijk dekkend netwerk van (na)zorg voor jongeren met alcoholproblemen. Ik heb toegezegd dat indien blijkt dat er sprake is van ontbrekende zorg, ik samen met het Partnership zal bezien welke oplossingen hiervoor zijn. Als er een goed gezamenlijk plan komt, stel ik geld beschikbaar voor de uitvoering daarvan.
Op 1 februari jl. is vervolgens een gesprek geweest tussen vertegenwoordigers van het ministerie van VWS, de voorzitter van het Partnership Vroegsignalering Alcohol en een lid van de Raad van Bestuur van het Reinier de Graaf ziekenhuis en dr. Van der Lely van het Reinier de Graaf ziekenhuis in Delft. In het gesprek werd de noodzaak van het werk van dr. Van der Lely bij de begeleiding van jongeren met alcoholproblemen breed onderkend en was men enthousiast over zijn innovatieve aanpak. Zowel het ministerie van VWS als het Partnership gaven aan blij te zijn met de inzet van dr. Van der Lely om de toename van de alcoholproblematiek onder jongeren aan te pakken. De voorzitter van het Partnership Vroegsignalering Alcohol gaf de mogelijkheid aan hoe samengewerkt kan worden om te komen tot een start van 3 à 4 proefprojecten in Nederland. In deze projecten kunnen dan de ervaringen van dr. Van der Lely volgens een door de beroepsgeroep geaccepteerd protocol worden ingezet. Na evaluatie wordt dan bekeken hoe en waar de aanpak van jongeren met alcoholproblematiek in Nederland het beste een vaste vorm krijgt. Het Partnership Vroegsignalering Alcohol en dr. Van der Lely hebben afgesproken uiterlijk vóór Pasen een plan van aanpak, inclusief de ervaringen van dr. Van der Lely en een financiële paragraaf,
te presenteren. Dan zal ook een vervolggesprek plaatsvinden met mijn ministerie en de bovengenoemde gesprekspartners.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink