Antwoorden op kamervragen van Bouwmeester over gameverslaving

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

27 februari 2008

VGP-K-U-2830017

Antwoorden van minister Klink op kamervragen van het Kamerlid Bouwmeester over gameverslaving.
(2070809970)

Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de TV-uitzending, waarin ouders hulp zochten voor hun gameverslaafde zoon?

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2
Hoe beoordeelt u deze uitzending over gameverslaving?

Antwoord 2
Deze uitzending laat zien dat gamen voor een deel van de spelers problematische vormen aan kan nemen. De opzet van de games lijkt er op gericht om personen aan het spel te binden en frequent en langdurig speelgedrag te bevorderen. Ik vind dit een zorgwekkend signaal.

Vraag 3
Herrinnert u zicht het algemeen overleg verslavingszorg (12 december 2007) waarin u heeft gezegd dat er een aanbod is voor hulp bij gameverslaving? Klopt het dat er in dit geval geen reguliere verslavingszorg beschikbaar was voor deze jongen? Zo ja, komt dit vaker voor? Zo neen, wat was dan de reden dat deze jongen geen reguliere hulp heeft gevonden?

Antwoord 3
Tijdens het algemeen overleg van 12 december 2007 heb ik onder andere met uw Kamer gesproken over nieuwe vormen van verslaving. Ik heb tijdens dit overleg aangegeven dat er bij gameverslaving wel sprake is van dwangmatig gedrag, maar dat dit lang niet altijd het maatschappelijk functioneren van een persoon beïnvloed. In de gevallen dat het wel zo is, zijn er verschillende instellingen die ambulante hulp bieden.
Uit de uitzending van Zembla blijkt dat niet alle instellingen voor verslavingszorg deze problematiek behandelen. Vanuit de praktijk hoor ik echter dat de meeste verslavingszorg instellingen deze personen, vanuit algemene verslavingsexpertise, wel degelijk behandeling bieden.
Indien er sprake is van obsessief compulsief gedrag dat het functioneren van een persoon ernstig beïnvloed, heeft deze persoon op basis van de Zorgverzekeringswet recht op behandeling. Een persoon kan zich hiervoor bij de verslavingszorg, maar ook bij een ggz-instelling of een vrijgevestigde psycholoog of psychiater aanmelden. Er is dus wel degelijk behandeling beschikbaar voor personen met een gameverslaving, waarvan het dwangmatige gedrag hun maatschappelijk functioneren beïnvloed.

Vraag 4
Kunt u inzichtelijk maken welke instellingen gespecialiseerde hulp bieden bij gameverslaving? Hoeveel mensen zijn er geholpen en met welk resultaat?

Antwoord 4
Zover ik weet bestaat er nog geen gespecialiseerde behandelmethode specifiek gericht op gameverslaving. Ook de particuliere instelling die in de uitzending van Zembla werd bezocht, heeft geen specifiek programma voor gameverslaafden. Zoals ik in bovenstaand antwoord aangeef, kunnen personen met een gameverslaving wel behandeling krijgen gericht op het tegengaan van compulsief of verslavingsgedrag bij de ggz of bij de verslavingszorg.
Wat betreft het aantal mensen dat in behandeling is bij de verslavingszorg. Uit de kerncijfers 2006 van het Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (LADIS) blijkt dat slechts één procent van alle cliënten in de ambulante verslavingszorg zich aanmeldt voor iets anders dan een alcohol- of drugsverslaving, zoals internetverslaving of eetverslaving. Het aantal cliënten dat zich bij de verslavingszorg meldt met een gamverslaving is dus zeer laag.
Omdat er nog geen specifiek behandelaanbod is ontwikkeld, zijn er geen cijfers bekend van het resultaat van deze behandelingen.

Vraag 5
Kunt u aangeven wanneer de Kamer het onderzoek van de Gezondheidsraad naar nieuwe verslavingen als games- internet en seksverslaving kan verwachten?

Antwoord 5
Tijdens het AO van 12 december 2007 heb ik toegezegd uw Kamer nader te informeren over nieuwe vormen van verslaving, ik heb hierbij echter niet specifiek de Gezondheidsraad genoemd. Ik beraad mij op welke wijze ik deze toezegging zal vormgeven.