Geld voor achterstandsleerlingen beter verdeeld
De regeling waarmee middelbare scholen extra geld krijgen voor achterstandsleerlingen wordt aangescherpt zodat het geld nog beter wordt verdeeld.
In het huidige ‘Leerplusarrangement VO’ stelt het ministerie 60 miljoen Euro beschikbaar voor achterstandsleerlingen. Een middelbare school komt op dit moment in aanmerking voor extra geld wanneer meer dan 30% van de leerlingen uit een achterstandswijk komt. In de praktijk blijkt echter dat deze regeling ongewenste neveneffecten heeft: een beperkt aantal scholen komt onterecht niet in aanmerking voor extra geld en anderzijds is er een klein aantal scholen dat ten onrechte wel geld ontvangt.
Het ministerie acht het van belang de regeling zoveel mogelijk te verfijnen, zodat het extra geld op scholen terechtkomt waar de problemen met achterstandsleerlingen het grootst zijn. Hiervoor wordt de drempel om in aanmerking te komen voor extra geld vanaf 2009 gedifferentieerd per schoolsoort. Scholen komen vanaf 2009 in aanmerking voor extra geld als in twee opeenvolgende jaren minimaal 30% van de leerlingen uit vmbo en praktijkonderwijs afkomstig is uit een achterstandswijk. Voor havo- en vwo-leerlingen geldt vanaf 2009 een respectievelijke drempel van 50% en 60%. Op dit moment geldt een drempel van 30% voor leerlingen van alle schoolsoorten gezamenlijk.
Op dit moment, zo blijkt uit onderzoek dat in opdracht van het ministerie van OCW is uitgevoerd, is de aangescherpte leerplusregeling de meest precieze om het geld bij dié scholen terecht te laten komen die het het het hardst nodig hebben.