Antwoorden op kamervragen over reactie korpsbeheerder Amsterdam over politie-cao
1. Vraag
Hebt u kennis genomen van de uitlatingen van de burgemeester van Amsterdam over de politie-cao? 1)
1. Antwoord
Ja.
2. Vraag
Zijn deze uitlatingen gedaan in zijn hoedanigheid als burgemeester, als korpsbeheerder of als voorzitter van het korpsbeheerdersberaad? Spreekt de burgermeester in het laatste geval namens alle korpsbeheerders?
2. Antwoord
De uitlating zijn gedaan als korpsbeheerder. Alleen is de rol als voorzitter van het KBB daarbij niet helemaal te scheiden.
3. Vraag
Wat vindt u ervan dat de burgermeester zich op deze manier en in deze fase uitlaat over de onderhandelingen die u nu voert met de politiebonden? Vindt u dit gepast? Zo ja waarom? Zo neen, waarom niet?
3. Antwoord
De korpsbeheerders maken deel uit van de werkgeversdelegatie. Ik respecteer dan ook de uitlatingen die de heer Cohen gedaan heeft in zijn rol als korpsbeheerder.
4. Vraag
Wat vindt u van de oproep van de burgemeester aan de politiebonden om uw eindbod nog eens goed van alle kanten te bekijken? Waarom denkt de burgermeester volgens u dat de vakbonden hiertoe niet zelf goed in staat zijn? Is dit ook de reden waarom u per brief aan alle politieagenten uitleg heeft gegeven over uw eindbod?
4. Antwoord
Zie antwoord vraag 5.
5. Vraag
Vindt u dat de burgemeester met zijn opmerking, dat de bonden het bod nog eens goed moeten uitleggen, de suggestie wekt dat de bonden hun leden niet goed informeren? Bent u bereid richting de politieagenten deze suggestie publiekelijk weg te nemen?
5. Antwoord
Korpsbeheerders maken deel uit van de werkgeversdelegatie. In deze hoedanigheid heeft de heer Cohen gehandeld, zonder te treden in de verantwoordelijkheid van de vakorganisaties.
6. Vraag
Waarom vindt de burgermeester volgens u dat hij deze oproep moest doen? Heeft u de afgelopen maanden contact met de heer Cohen gehad over de cao onderhandelingen? Heeft u met hem besproken wat de rol, positie en het standpunt van de korpsbeheerder(s) in deze zou moeten zijn?
6. Antwoord
Met regelmaat heb ik contact met de werkgeversdelegatie, dus ook met het korpsbeheerderberaad. In deze hoedanigheid heb ik dus meerdere keren contact gehad met de heer Cohen of anderen korpsbeheerders. Overleg heeft tot doel om in samenspraak met het korpsbeheerdersberaad en de Raad van Hoofdcommissarissen als werkgeversdelegatie een standpunt te kunnen bepalen of een bod te kunnen doen.
7. Vraag
Hoe komt de burgermeester volgens u erbij dat er ook pijn bij u zit? Kunt u deze pijn nader verklaren?
7. Antwoord
Beiden partijen hebben moeten bewegen ten opzichte van de oorspronkelijke inzetten.
8. Vraag
Waarop baseert de burgermeester volgens u zijn uitlatingen dat uw eindbod, in vergelijking met andere cao’s die door het Rijk zijn gesloten, de toets glansrijk kan doorstaan? Kunt u dit nader onderbouwen? Kunt u de Kamer een inhoudelijk overzicht toesturen met daarin de laatste drie afgesloten politie-cao’s.
8. Antwoord
De heer Cohen is van mening dat het eindbod zich goed verhoudt met reeds afgesloten CAO’s. Voor dit eindbod is de ruimte die ik tot mijn beschikking had volledig ingezet en ik heb ook nog uit eigen begroting geld gehaald.
9. Vraag
Weet u dat vele politieagenten ook ongelukkig zijn met de uitlatingen van de burgermeester? Heeft u na de radio-uitzending contact gehad met de burgermeester over zijn uitlatingen? Zo ja, wat is hieruit gekomen? Zo neen, waarom niet?
9. Antwoord
Ik heb na de uitzending geen contact gehad met de heer Cohen over zijn uitlatingen. Dit vond ik ook niet nodig, aangezien ik geen andere mening ben toegedaan.
10. Vraag
Deelt u de zorgen van de burgermeester over het slepende conflict tussen u en de vakbonden? Wat denkt u dat er zal gebeuren als de vakbonden uw eindbod afwijzen? Welke scenario’s ziet u voor u?
10. Antwoord
Ik hoop dat de politiemedewerkers mijn eindbod op waarde schatten en dat dit resulteert in een positieve uitkomst.
De vakorganisaties zijn uitgenodigd voor een formeel overleg op 7 maart a.s., waar zij de resultaten van hun ledenraadpleging toelichten.
We kunnen daar met elkaar bezien wat een eventuele vervolgstap zou kunnen zijn.