Antwoorden op kamervragen over geëxpandeerd polystyreenschuim

Antwoorden op kamervragen van het lid Van Bochove (CDA) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over geëxpandeerd polystyreenschuim. (Ingezonden 6 februari 2008)

1. Vraag
Bent u bekend met het artikel: 'TU Eindhoven: 'Wetenschappelijk onderzoek nodig voor rol EPS?' 1)

1. Antwoord
Ja.

2
Hebben brandweerlieden bij het bestrijden van de branden in respectievelijk Leiden op 3 april 2005 en Heerlen op 25 juni 2005 verwondingen opgelopen? 2)

2. Antwoord
Ja.

3. Vraag
Kunt u het bestaan van de genoemde onderzoeken en de conclusie dat in ieder geval in Leiden smeltende EPS tijdens de brand een belangrijke rol heeft gespeeld met betrekking tot de
verwondingen van betrokken brandweerlieden bevestigen?

3. Antwoord
Het bestaan van de genoemde onderzoeken kan ik bevestigen.
Over de rol van EPS met betrekking tot de verwondingen zijn op grond van deze onderzoeken geen eenduidige conclusies te trekken. Volgens onderzoeken van brandweer en TNO is smeltend EPS de oorzaak van een geheel onverwachte explosie. In het definitieve rapport stelt TNO echter dat de aanwezigheid van EPS niet noodzakelijk is om het brandverloop te verklaren. Dit betekent dat de explosie ook een andere oorzaak kan hebben gehad.

4. Vraag
Is de TUE-rapportage 'Thermal decomposition of expanded polystryrene' 3) over de brandkarakteristieken van geëxpandeerd polystyreenschuim tot stand gekomen op basis van vragen, die zijn ontstaan na de bovengenoemde branden?

4. Antwoord
Ja.

5. Vraag
Kunt u aangeven wat de conclusies en aanbevelingen zijn in het in vraag vier genoemde rapport?

5. Antwoord
De conclusies luiden samengevat: EPS ontleedt bij verhitting in brandbare gassen. Bij brand kan daardoor een brandbaar gasmengsel ontstaan. Sommige daken bieden een route voor verspreiding van dit mengsel naar een plaats in het gebouw waar nog geen brand woedt. De aanwezigheid van brandvertragers in het EPS kan dit niet verhinderen.
Op grond van dit onderzoek zijn geen uitspraken gedaan over de rol van EPS bij specifieke branden.

De TU Eindhoven beveelt nader experimenteel onderzoek aan naar:
-ontleding in brandbare gassen van EPS afgezet tegen het gedrag van andere isolatiematerialen of inventarisgoederen;
-specifieke risico’s van de toepassing van EPS in dakconstructies in vergelijking met andere toepassingen.

6. Vraag
Zijn er gelijkluidende conclusies te trekken uit het TNO-onderzoek en de TUE-rapportage? Zo ja, hoe luiden die en wat gaat u daarmee doen? Zo neen, wat zijn de verschillen en wat gaat de minister nu doen?

6. Antwoord
-De conclusies en aanbevelingen zijn niet gelijkluidend, omdat de aanleiding voor beide onderzoeken verschilt. Het onderzoek van TNO is gericht op de feitelijke gebeurtenissen in Leiden, waarbij de concrete omstandigheden zijn onderzocht. Het onderzoek van de TUE is gericht op de abstracte eigenschappen van polystyreenschuim (EPS) zoals die in wetenschappelijke publicaties zijn beschreven.
-De aanbevelingen van de TUE zijn deels achterhaald door het later gepubliceerde definitieve TNO-rapport (zie antwoord op vraag 3).
-Ik wil bevorderen dat brandweerkorpsen op systematische wijze onderzoek verrichten naar branden in hun verzorgingsgebied. Binnen de onderzoeksprogramma's en opleidingsprogramma's van het NIFV wordt bekeken hoe en op welke wijze dit onderdeel kan uitmaken van het lesmateriaal. Op die manier wordt de kennis over oorzaken en verloop van branden aan de hand van praktijkbranden uitgebreid. Bij het systematische brandonderzoek is het gedrag van EPS (indien toegepast) bij brand een specifiek aandachtspunt. Door het delen van de onderzoeksresultaten tussen de brandweerkorpsen ontstaat een mogelijkheid om conclusies over het gedrag van (bijvoorbeeld) EPS te scheiden van conclusies over andere aspecten van een gebouw of de inventaris.

7. Vraag
Heeft u de andere brandweerkorpsen gewaarschuwd voor risico’s bij branden in panden waar mogelijk EPS-isolatie is gebruikt of bent u voornemens dat alsnog te doen?

7. Antwoord
In juni 2005 heeft de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid naar aanleiding van de brand in Leiden een Inspectiebericht verzonden naar alle brandweerkorpsen. Daarin is onder andere aandacht besteed aan de vermoedens die op dat moment bestonden over de rol die EPS heeft gespeeld bij de brand. Dat is op dit moment voldoende.

1) Brand en Brandweer, juli/augustus 2007.
2) Zie noot 1.
3) 2007, in opdracht van het ministerie van BZK.