Antwoorden op kamervragen van Van Gerven over vergoedingen van borstoperaties
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ-K-U-2825591
21 februari 2008
Antwoorden van minister Klink op kamervragen van het Kamerlid Van Gerven over vergoedingen van borstoperaties (2070808000).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het feit dat vrouwen, die vroeger op medische indicatie een benigne reconstructie van de mamma hebben ondergaan, thans bij complicaties zoals klachten door lekkage van de prothese, wel het verwijderen van de prothese vergoed krijgen, maar indien zij een nieuwe prothese willen laten plaatsen, deze gehele ingreep zelf moeten betalen? 1)
Antwoord 1
In de Regeling Zorgverzekering van 1 september 2005 staat expliciet dat “het operatief plaatsen, het operatief verwijderen en het operatief vervangen van een borstprothese, anders dan na een gehele of gedeeltelijke borstamputatie” geen verzekerde prestatie is.
Vraag 2
Is het niet schrijnend dat zorgverzekeraars alleen het verwijderen van protheses op medische gronden betalen maar niet het terugplaatsen van een nieuwe prothese? Handelen alle zorgverzekeraars op dezelfde wijze? Welke beleidsruimte hebben de zorgverzekeraars in dezen?
Antwoord 2
De voorzienbare kosten van vervolg- en herstelingrepen die voortkomen uit de eigen keuzen, zoals implantatie van borstprothesen om cosmetische redenen, mogen niet collectief afgewenteld worden. Zoals door VWS in de context van de eerdere pakketmaatregelen is aangegeven, zijn deze uitgesloten van het verzekerde pakket. Zorgverzekeraars hebben dus geen beleidsruimte in deze.
Vraag 3
Hoe groot is de groep vrouwen voor wie deze problematiek geldt in Nederland?
Antwoord 3
Daarover heb ik geen gegevens en dit laat zich ook niet uit de gegevens van het DBC informatiesysteem afleiden.
Vraag 4
Is het niet ongewenst dat vrouwen die niet de middelen hebben om een volledige ingreep, waarvan de kosten al snel 3000-4000 euro bedragen, te betalen maar bij wie om medische redenen de prothese moet worden verwijderd veroordeeld worden tot twee operaties als men toch een prothese wil? Is het om medische redenen niet wenselijk dat zowel het verwijderen als het plaatsen van de prothese in een keer gebeurt?
Antwoord 4
Zie hiervoor mijn antwoord op vraag 1 en 2. Het is nu al zo dat de kosten van zowel verwijdering als van herplaatsing van een prothese niet meer ten laste van de Zorgverzekeringswet gebracht kunnen worden, tenzij de plaatsing van de prothese na amputatie plaatsvond.
Vraag 5
Wat vindt u van de suggestie om voor patiënten, die voor de ingangsdatum van de nieuwe regeling op medische gronden een reconstructie hebben gehad met borstprothesen voor benigne aandoeningen, een overgangsregeling te treffen waarbij de prothesewissel wordt vergoed?
Antwoord 5
Ik ben daartoe niet bereid. Ik introduceer daarmee immers een rechtsongelijkheid die niet in overeenstemming is met de wijze waarop de verzekerde prestaties omschreven zijn. Zie verder mijn antwoord op de vragen 1 en 2.
Vraag 6
Hoe beoordeelt u het feit dat er ook een groep vrouwen bestaat die in het verleden op cosmetische gronden een prothese hebben laten plaatsen en op grond van de huidige regelgeving voor vergoeding van het verwijderen van protheses in aanmerking komt vanwege lekkage van een siliconenprothese of kapselvorming met ernstige pijnklachten of een persisterende infectie waarbij deze vrouwen analoog aan de hierboven in vraag 1 bedoelde groep vrouwen voor de volledige ingreep moeten betalen?
Antwoord 6
Zie hiervoor mijn antwoord op vraag 1, 2, 4 en 5.
Vraag 7
Hoe groot is deze groep?
Antwoord 7
Daarover heb ik geen gegevens en dit laat zich niet uit de gegevens van het DBC informatiesysteem afleiden.
Vraag 8
Is het niet beter om het voor deze groep mogelijk te maken dat ze slechts dat gedeelte van de operatie betalen dat niet voor een vergoeding in aanmerking komt, zijnde het plaatsen van een nieuwe prothese?
Antwoord 8
Zie mijn antwoord op vraag 1 en 2. Zoals ik in mijn antwoord op vraag 2 heb aangegeven, is ook het uitnemen van een borstprothese geen verzekerde prestatie.
Vraag 9
Is dit niet een adequate oplossing die voor de zorgverzekeraars niet tot meer kosten leidt en tegemoet komt aan de patiënt? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 9
Nee, zie mijn antwoord op vraag 1, 2 en 8.
Vraag 10
Bent u bereid in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) regelingen voor beide groepen uit te werken?
Antwoord 10
Gelet op mijn antwoord op de eerdere vragen zie ik daarvoor geen aanleiding.