Brief aan Tweede Kamer over toezeggingen uit het Wetgevingsoverleg Politie
In het wetgevingoverleg Politie d.d. 19 november 2007 en het begrotingsdebat d.d. 28 en 29 november van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, heb ik toegezegd uw Kamer nader te informeren over een aantal onderwerpen. Over vier van deze onderwerpen treft u in deze brief de toegezegde informatie aan. De informatie over de andere toezeggingen is of wordt afzonderlijk verstrekt.
- De internetsite waar politiemensen kunnen melden welke processen onnodige administratieve lasten meebrengen.
Tijdens de begrotingsbehandeling politie 2008 heb ik positief gereageerd op de suggestie om korpsen te attenderen op een website om administratieve lasten te melden. Vanuit de Kamer is een aantal suggesties voor het gebruik van bestaande websites geopperd. Ik heb laten onderzoeken of dit ook inderdaad geschikte websites zijn waar professionals hun suggesties en knelpunten kwijt kunnen. Dit bleek niet het geval. Het zijn websites waar burgers en bedrijven hun meldingen kwijt kunnen over regels die de overheid oplegt, maar deze websites zijn niet gericht op professionals met als doel hun werk te vergemakkelijken.
De Staatssecretaris en ik hebben daarom besloten om de knelpunten en verbetersuggesties van professionals vanuit vier sectoren (veiligheid, zorg, onderwijs en sociale zekerheid) op één plaats te laten inbrengen via een website die de Staatssecretaris (verantwoordelijk voor de lastenreductie) zal inrichten. De inkomende informatie kan op deze manier direct worden gekoppeld aan lopende onderzoeken of lopende verbeteracties op het terrein van de administratieve lasten.
Naar verwachting zal deze website in april 2008 operationeel zijn. Op dat moment zal ik de korpsen attent maken op de mogelijkheid om via deze weg knelpunten en suggesties in te brengen.
- Het aantal boetes dat de Arbeidsinspecties heeft opgelegd aan de politie naar aanleiding van arbeidswetovertredingen.
Bij het wetgevingsoverleg heeft uw Kamer geïnformeerd naar het aantal boetes dat de Arbeidsinspectie heeft opgelegd aan de regionale politiekorpsen voor het overtreden van de Arbeidstijdenwet.
De Arbeidsinspectie heeft in de periode september 2006 tot januari 2007 een handhavingsonderzoek verricht bij de 25 regiokorpsen en het Korps Landelijke Politie Diensten. De uitkomst hiervan was dat er 27 boeterapporten (zogenaamde boete-aanzeggingen) zijn opgemaakt en een groot aantal waarschuwingen (274). In totaal heeft het aantal boete-aanzeggingen van 27 bij dit inspectie-onderzoek geleid tot 7 boetes in 2007.
- Terugmelding aan burgers over wat met hun melding gedaan is.
Naar aanleiding van het verzoek van het CDA tijdens het wetgevingsoverleg om te inventariseren welke korpsen wel en niet terugmelden aan melders wat er met hun melding is gedaan, heb ik met het Dagelijks Bestuur van het Korpsbeheerdersberaad (DB KBB) en de voorzitter van de Raad van Hoofdcommissarissen afgesproken dat de politieberaden een inventariserend onderzoek zouden verrichten naar het terugkoppelen aan burgers over meldingen. Door de Voorziening tot Samenwerking Politie Nederland is vervolgens een steekproef gehouden onder 15 politiekorpsen om na te gaan of er een terugkoppeling plaatsvindt aan burgers die bij de politie een melding hebben gedaan. Geconcludeerd kan worden dat al deze korpsen aan melders terugmelden hoe met hun melding is omgegaan.
Beleid is om niet bij alle meldingen terug te melden. Door capaciteits-overwegingen worden bijvoorbeeld meldingen op piekmomenten zoals zware stormen en vuurwerk op oudejaarsdag niet teruggemeld aan de melder. Meldingen inzake verkeersovertredingen worden niet teruggemeld omdat nadere informatie de privacy van de slachtoffers kan raken. Ieder korps heeft aangegeven bezig te zijn met het verder optimaliseren van het terugkoppelen van informatie aan burgers.
- De wenselijkheid om in elke regio één bureau 24 uur open te hebben.
Naar aanleiding van de vraag over de wenselijkheid om in elke politieregio minimaal één bureau met een 24-uursopenstelling te hebben is de toezegging gedaan dit punt te bespreken in het Korpsbeheerdersberaad. Het al dan niet 24-uur openhouden van een bureau is immers primair de verantwoordelijkheid van de korpsbeheerder.
Naar aanleiding van dit overleg heeft een inventarisatie plaatsgevonden. De uitkomst daarvan luidt dat in het overgrote deel van de regio’s (dwz. bij 21 van de 25 regiokorpsen) minimaal één bureau 24 uur per dag geopend is. In de vier overige regio’s waar dit niet het geval is liggen daar capaciteitsoverwegingen aan ten grondslag: capaciteit die nodig is om een bureau open te houden kan immers niet op straat worden ingezet.
Voor noodgevallen is de politie vanzelfsprekend ook daar altijd bereikbaar via het alarmnummer 112. Daarnaast zijn in drie van de vier korpsen zonder 24-uurs openstelling de districtbureaus open van 07:00 tot 22:00 uur. Bovendien kennen deze korpsen de intercom als voorziening: daarmee kunnen burgers – zonder inzet van capaciteit op het bureau - rechtstreeks met de meldkamer communiceren. De overige regio hanteert het principe van ‘meldingen op afspraak’ om de wachttijd voor de burger te minimaliseren. Bovendien kan de burger voor steeds meer niet-dringende zaken 24 uur per dag aangifte doen via het internet.
Op grond van het bovenstaande constateer ik dat in dringende gevallen de burger altijd terecht kan bij de politie. Een landelijke richtlijn c.q. verplichting om in elke regio minimaal één bureau met een 24-uursopenstelling te hebben, is daarom niet nodig.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
Mevrouw dr. G. ter Horst