Lucht wordt schoner, maatregelen blijven nodig
Nederland voldoet vóór 2011 overal aan de Europese eisen voor fijn stof, en vóór 2015 aan die voor stikstofdioxide. Uit de meest recente versie van het rekeninstrument waarmee de luchtkwaliteit in Nederland nauwkeurig bepaald en voorspeld kan worden, blijkt dat Nederland al goed op weg is.
Landelijke en Europese bronmaatregelen om de lucht in het hele land schoner te krijgen (zoals schonere vervoersmiddelen en roetfilters) hebben hiertoe bijgedragen. Regionale en gemeentelijke maatregelen (zoals milieuzones of schoner stadsvervoer) blijven hard nodig om daadwerkelijk aan deze Europese norm te gaan voldoen. Dat schrijft minister Cramer van Ruimte en Milieu woensdag aan de Tweede Kamer. Ook gemeenten hebben hierover een brief ontvangen.
Extra inspanning
Gemeenten en provincies hebben onlangs met de minister gesproken over hoe het met de luchtkwaliteit gesteld is na doorrekening van de landelijke en Europese maatregelen. Ook hebben zij besproken op welke plekken in Nederland nog een extra inspanning nodig is. Het Rijk neemt maatregelen om de luchtverontreiniging in het hele land aan te pakken en verdeelt daarnaast 150 miljoen euro over de regio's om deze hardnekkige regionale overschrijdingen op te lossen. Dat betekent dat regio's waar de lucht schoon is, zoals de noordelijke provincies en Zeeland, geen geld nodig hebben.
De belangrijkste bron van vervuiling is het verkeer van auto's en vrachtwagens. Vooral in de buurt van wegen is de luchtkwaliteit dan ook ongunstig. In 2006 zaten de meeste kilometers wegvak waar de normen voor luchtkwaliteit worden overschreden in Zuid-Holland en Noord-Holland. Om deze problemen op te lossen zijn vooral lokale maatregelen nodig. Gemeenten en provincies moeten hier concrete plannen voor opstellen. In totaal is er 340 miljoen euro beschikbaar om lokale problemen te bestrijden.
Vervuiling meten
Met het rekenmodel is het mogelijk om precies vast te stellen hoe verontreinigd de lucht is, en welk effect genomen maatregelen hebben. Gemeenten en provincies kunnen met dit rekenmodel, dat in opdracht van VROM is ontwikkeld, zien of hun aanpak werkt of dat er nog meer actie nodig is. Provincies en gemeenten hebben aangegeven dit nieuwe rekeninstrument te steunen en ermee te werken. Ook het Milieu- en Natuur Planbureau (MNP) oordeelt positief over dit instrument.