Toespraak bij de ondertekening van het Pact van Rijnauwen over de Nieuwe Hollandse Waterlinie
Toespraak door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw G. Verburg, bij de ondertekening van het Pact van Rijnauwen over de Nieuwe Hollandse Waterlinie op 11 februari 2008 in Bunnik.
Dames en heren,
Het pact van Rijnauwen is geen toeval. Net zo min als de Nieuwe Hollandse Waterlinie een gril van de natuur is. Over het allereerste linieontwerp is ooit minstens zoveel gepraat als nu. Maar we maakten pas haast met de uitvoering toen de Republiek in het rampjaar 1672 naar verluidt redeloos, radeloos en reddeloos was. We moesten ons land verdedigen tegen de Fransen. En de linie, de Oude Hollandse Waterlinie, hield stand, dus putten we nieuwe moed. Bestuurders trokken een nieuwe lijn, de Nieuwe Hollandse Waterlinie, die ook Utrecht insloot. In de loop der jaren hebben we steeds stukjes land bij de nieuwe linie getrokken.
Ik benadruk altijd graag de context. Hoe meer je een gebied in een samenhang kunt bekijken, hoe meer het leeft. Des te inspirerender de wandeling, het wonen, het werken of het boeren. En deze regio hoeft wat dat betreft niemand teleur te stellen. Het is hier één en al spannend kinderboek. Eeuwen terug wisten we al prima water te beheersten en te controleren. Tot op de precieze waterstand nauwkeurig.
Hoewel... er ging wel eens wat mis. Tussen 27 en 30 december 1672 bijvoorbeeld; toen vroor het nog écht. Toen veranderde de vorst onze slimme verdedigingslinie (de Oude Hollandse Waterlinie) in een defensie-gatenkaas. Het water bevroor en de Franse troepen, hier in de buurt gelegerd onder Lodewijk de XIVe, grepen hun kans. Ze namen Zwammerdam in. Het ging gelukkig weer op tijd dooien en haastig trok het leger zich terug...
Zwammerdam was in dat zeventiende eeuws stratego maar een heel tijdelijk middelpunt. Maar ik wil er niet omheen. Het is namelijk mijn geboortedorp. Er zijn overigens meer manieren om het landschap in een perspectief te zien. Ik noem er een aantal.
- Je kunt je hier verbazen over het technisch vernuft. Er is een systeem van dijken aangelegd. En er ligt een oud wegennetwerk dat aansluiting geeft op de forten. Het is de genese van het ministerie van Verkeer & Waterstaat.
- Het landschap is ook het scheppingsverhaal van het ministerie van VROM. Rond de forten was er een bouwverbod, de zogeheten Verboden Kringen. Lange tijd is daar verstedelijking tegengegaan.
- Het is een verhaal over planmatig omgaan met natuur. Bij dit fort bijvoorbeeld, groeiden meidoorn, sleedoorn en andere prikkende planten. Natuurlijk prikkeldraad, maar welbewust geplant. De grachten lagen vol met waterlelies, zodat ze van verre onherkenbaar waren.
- En mede dankzij het noeste maaibeleid van Defensie, zo weten we na de toelichting van de boswachter, kun je hier op Rhijnauwen prachtige veldboeketten plukken.
- En het laatste perspectief: de Nieuwe Hollandse Waterlinie is erfgoed. Een verhaal over wie wij zijn en een verhaal dat het waard is om door te geven.
Terug naar het pact van vandaag. We zijn de praatfase voorbij. Wij (van Rijnauwen) hebben een vredesakkoord. We gaan de uitvoering van de plannen versnellen. En we hebben er geen rampjaar voor nodig gehad. Alleen een goede projectleider; Ed d'Hondt.
Onze geschiedenis startte in 1999. Toen is de Nieuwe Hollandse Waterlinie benoemd tot nationaal project. Vijf jaar later verscheen een ruimtelijk visiedocument, het zogenaamde 'Linieperspectief', ook bekend als het 'Panorama Krayenhoff' naar de 19e eeuwse waterstaatkundige Cornelis Krayenhoff, de vader van de waterlinie. In 2005 tekenden vijf betrokken departementen - LNV, VROM, OCW, V&W en Defensie- een bestuursovereenkomst over de te behalen resultaten. En nog geen jaar geleden nam Cees Veerman, mijn voorganger, een ambitieus uitvoeringsprogramma in ontvangst.
Bij die gelegenheid viel het woord 'bestuurlijke titanenklus'. Veerman had het toen nog over het ontwarren van een Gordiaanse knoop van vijf departementen, evenzovele provincies, een vijfentwintigtal gemeenten en talloze waterschappen, terreinbeheerders, natuurbeschermingsorganisaties en wat niet al. We hebben destijds onze claims neergelegd, of- om in de terminologie te blijven - onze vaandels geplant.
De discussie heeft het vanmiddag aangetoond: Rijk en provincies kunnen uitstekend vaandels planten èn knopen ontwarren. We kunnen het zelfs in concrete, kansrijke projecten vertalen. Dat is wat mij betreft óók de betekenis van dit monsterverbond.
In de discussie kwamen nog vele andere kwaliteiten van het landschap aan bod.
Met elkaar vinden we dat we zuinig moeten zijn op al die kwaliteiten. Dat is eerst en vooral een gezamenlijke opgave. Daarbij vind ik dat we buiten gebaande paden moeten blijven denken, met overzicht. Niet alleen handelen als ministers, gedeputeerden, staatssecretarissen, wethouders en terreinbeheerders, maar óók als ingenieurs, historici en strategen. En laten we vooral ook de dagelijkse gebruikers van het landschap niet vergeten. We moeten het overzicht houden en nadenken over toen, nu en de toekomst en daarbij de bewoners en gebruikers betrekken.
We moeten nu vaart in de uitvoering houden. Dan kijk ik natuurlijk in eerste aanleg richting de vijf provincies, want daar, bij de enveloppencommissies ligt de feitelijke uitvoering. Maar het Rijk zal niet stilzitten. Het pact bevat tenslotte ook liniebrede projecten waar het Rijk verantwoordelijkheid voor draagt. Ook daarvan hebben we eerder op de middag voorbeelden van gezien. Ik rond af.
Laten we buiten de afspraken om ook kansen benutten, waar en wanneer we maar kunnen. Waarom bijvoorbeeld niet wat meer maatschappelijke stages creëren in het landschapsbeheer, bij een boerderij of in één van de forten? Ik wil u, als ondertekenaars van dit pact, oproepen: wijs uw familie en vrienden op de mogelijkheid vakantie in eigen land te vieren. We hebben tenslotte iedere Nederlander iets prachtigs te bieden.
Dames en heren,
We mogen met recht trots zijn op de Jumbo-puzzel die op tafel ligt. Het is herkenbaar: we krijgen een landschappelijk en cultuurhistorisch monument van formaat. Ik heb er dan ook alle vertrouwen in dat dit een bijzonder landschap blijft. Een plek waar we graag werken en wonen, èn waar we óók de vrije tijd willen doorbrengen. Waar je geschiedenis kunt beleven. Waar we leven van het land en geven om natuur.
Iedereen die daaraan werkt en blijft werken, dank ik van harte. Veel succes!