Nederlands-Japans verdrag over sociale zekerheid bevordert investeringsklimaat
Nederland gaat een verdrag en administratief akkoord sluiten met Japan over sociale zekerheid. Daarin staan onder meer afspraken over verstrekking van en controle op socialeverzekeringsuitkeringen. Het verdrag voorkomt dubbele premieheffing en draagt daarmee ook bij aan een gunstig investeringsklimaat over en weer. Verder moet het verdrag voorkomen dat werknemers helemaal geen verzekering hebben. Het kabinet stemt in met het verdrag op voorstel van staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mede namens minister Verhagen van Buitenlandse Zaken.
Het verdrag maakt duidelijk in welk land een werknemer die in Japan voor een Nederlands bedrijf werkt, de verplichte sociale premies moet betalen. Omgekeerd geldt dit ook voor mensen die in Nederland voor een Japans bedrijf werken. Het gaat bijvoorbeeld om gedetacheerde werknemers, diplomaten, vliegend personeel en zeelieden. Doordat dubbele premieheffing niet meer mogelijk is, is het verdrag gunstig voor Japanse investeerders in Nederland en voor Nederlandse investeerders in Japan.
Door de Wet beperking export uitkeringen (BEU) uit 2000 zijn aparte verdragen nodig om te garanderen dat uitkeringsgerechtigden in het buitenland een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering kunnen (blijven) ontvangen. Tot nu toe heeft Nederland met 53 landen een verdrag ondertekend.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het verdrag te ondertekenen en voor advies naar de Raad van State te sturen. De tekst van het verdrag en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer. Na goedkeuring door de parlementen van Nederland en Japan kan het verdrag in werking treden.