Huisartsen schrijven bewegen voor
In een aantal gemeenten in Nederland kunnen huisartsen binnenkort hun patiënten een beweegkuur voorschrijven. De bedoeling is dat de kuur over enkele jaren onderdeel is van de reguliere zorgverlening en is opgenomen in de basisverzekering. Minister Klink verwacht dat de kuur vooral gezondheidswinst oplevert voor mensen die diabetes2 hebben of tot de risicogroep behoren. Dat zei hij in Scheveningen tijdens de presentatie van de kuur.
Dames en heren,
Allereerst wil ik het NISB en de betrokken 8 partners bedanken voor het eerste prototype van de Beweegkuur. Hiermee kunnen we dit jaar aan de slag in de zeven geselecteerde proefregio’s.
Hopelijk kunnen we dan vaststellen dat de Beweegkuur bruikbaar is voor zorgverleners en voor de mensen die de kuur volgen. Als dat zo is, dan is het opnemen van de Beweegkuur in de basisverzekering een flink stuk dichterbij gekomen.
Ik zie dat als een belangrijke doorbraak, want daarmee is preventie, het veranderen van de leefstijl, een onderdeel van de reguliere zorgverlening geworden.
Meer bewegen is noodzakelijk om de gezondheid van veel Nederlanders te verbeteren.
Zoals u ongetwijfeld weet, is het met die gezondheid momenteel niet zo goed gesteld. In vergelijking tot andere Europese landen zitten we in de middenmoot, terwijl we jarenlang in de kopgroep verkeerden.
Dat we niet meer op kop lopen, blijkt onder meer uit het aantal mensen dat diabetes2 heeft: 600.000. Terwijl nog eens naar schatting 250.000 mensen diabetes hebben zonder dat ze het weten. En dan heb ik het nog niet over de mensen die een verhoogd risico lopen om diabetes te krijgen. Dat zijn mensen met overgewicht en mensen die te weinig bewegen. In totaal hebben we het hier maar liefst over minstens1,5 miljoen mensen die al diabetes hebben of een grote kans hebben het te ontwikkelen!
Dat zijn verontrustende cijfers. Uiteindelijk leidt diabetes er toe - samen met de gevolgen ervan, zoals hartinfarcten, beroertes en nierfalen - dat de levensverwachting van deze mensen 10 tot 20 jaar lager ligt dan van mensen zonder diabetes.
Bij diabetes en het voorkomen daarvan is dus een forse gezondheidswinst te behalen. Niet voor niets heb ik diabetes als één van de vijf speerpunten opgenomen in de preventienota.
Inmiddels is uitgebreid vastgesteld dat mensen met diabetes2 veel baat hebben bij meer bewegen. Vaak leidt voldoende beweging tot minder complicaties en minder medicijnengebruik.
Daarom gaan we nu de Beweegkuur uitproberen in de geselecteerde regio’s. Staatssecretaris Bussemaker heeft hiervoor op haar sportbudget 2 miljoen euro gereserveerd.
Onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek zal vervolgens moeten aantonen of de Beweegkuur daadwerkelijk effectief is. Dat betekent, kort gezegd, dat aangetoond moet worden dat mensen die de Beweegkuur hebben gevolgd, daadwerkelijk meer zijn gaan bewegen; en dat ze dat na de kuur ook blijven doen. Dat is de kern.
Tevens worden de kosten van de Beweegkuur gevolgd – die worden momenteel geschat op 700 euro per persoon - en ook de mogelijk uitgespaarde kosten in de vorm van minder medicijngebruik en lagere zorgkosten.
Als het onderzoek naar de effectiviteit gunstig uitvalt, wat ik uiteraard hoop, dan kan de Beweegkuur worden opgenomen in de basisverzekering. Wanneer dat precies is, kan ik nu nog niet zeggen. Maar als uit de ervaringen met de zeven proefregio’s blijkt dat de beweegkuur kansrijk en bruikbaar is, dan sluit ik een snelle uitbreiding van het aantal proefregio’s niet uit.
Tot slot wil ik er nog eens duidelijk op wijzen dat de Beweegkuur geen vrijkaart is voor gratis sportschoolbezoek, zoals vorig jaar bij de presentatie van de plannen soms werd beweerd.
Mensen die te weinig bewegen worden door hun huisarts doorverwezen naar een leefstijladviseur. Die beslist welk beweegprogramma het meest geschikt is. Dat kan betekenen dat iemand –afhankelijk van zijn of haar fysieke situatie - maximaal een jaar door professionals wordt begeleid. En in het beweegprogramma kàn een bezoek aan een sportschool opgenomen zijn. Of wandelen, fietsen of zwemmen.
Allerlei vormen van bewegen is mogelijk.
Maar na dat jaar, of zo mogelijk een kortere periode, moeten de mensen dusdanig gemotiveerd zijn en zich bewust zijn van het belang van bewegen, dat ze zelfstandig verder gaan met bewegen. Zonder begeleiding van een ander. Dat kan betekenen dat ze zich aanmelden bij een sportclub, of sportschool, of wandelclubje. Dat is dan volledig voor eigen kosten. Maar dat hoeft natuurlijk niet veel geld te kosten; dat hangt van je eigen keuze af.
Dames en heren, ik sluit af.
Het is u duidelijk dat ik erg tevreden ben met de Beweegkuur. Ik hoop – en ga er ook vanuit – dat het niet bij een prototype blijft, maar dat het over enige jaren een vast onderdeel uitmaakt van de mogelijkheden waarover een huisarts beschikt om mensen te helpen bij een gezonder leven. En dat de kuur dan is opgenomen in de basisverzekering.