NAVO-top buigt zich over Kosovo en Afghanistan
Minister van Defensie Eimert van Middelkoop woont vandaag en morgen (7 en 8 februari) de informele NAVO-ministeriële in Vilnius (Litouwen) bij. De bijeenkomst staat grotendeels in het teken van de KFOR-missie (Kosovo Force) en de ISAF-missie (International Security Assistance Force) in Afghanistan. Daarbij is ook de Afghaanse minister van Defensie Abdul Rahim Wardak aanwezig.
De NAVO houdt rekening met toenemende instabiliteit in verband met een oordeel over de onafhankelijkheid van Kosovo. De KFOR-missie is geheel gevuld en is voorbereid op een eventuele crisis.
De ISAF-missie in Afghanistan, de grootste NAVO-operatie ooit, beschikt nu over ruim 43.000 manschappen, waaronder 1650 Nederlanders. Nederland kreeg op 1 augustus 2006 de verantwoordelijkheid voor de provincie Uruzgan in het zuiden van Afghanistan. Vorig jaar besloot het kabinet de Nederlandse bijdrage te verlengen tot eind 2010. De Nederlandse militairen zijn voornamelijk gestationeerd op locaties in Tarin Kowt (Kamp Holland) en Deh Rawod (Camp Hadrian). Op Kamp Holland bevindt zich de staf van Task Force Uruzgan, het Provincial Reconstruction Team en het Apache-detachement. In Camp Hadrian is een infanteriecompagnie van drie luchtmobiele pelotons en één pantserinfanteriepeloton gelegerd.
Op Kandahar Airfield is sinds 1 augustus 2006 de Air Task Force operationeel. Deze eenheid bestaat uit een F-16 detachement met zes toestellen en een Chinook-detachement met drie transporthelikopters.
In Vilnius wordt gesproken over een politiek-militair strategisch plan voor Afghanistan. Nederland streeft hierbij naar meer samenhang tussen veiligheid, bestuursversterking en opbouw van het land. Op deze manier kan de Afghaanse bevolking blijvende stabiliteit en ontwikkeling worden geboden.
Naast Afghanistan bespreken de defensieministers in Vilnius de relatie tussen de NAVO en Rusland en de relatie tussen de NAVO en de Oekraïne.